16 februari 2014

SBK in buitenland: AFMP krijgt gewenste duidelijkheid

Defensiemedewerkers die in een ander Europees land wonen en/of werken en door een reorganisatie hun functie verliezen, vallen automatisch onder het sociaal plan (SBK 2012) dat de bonden met de werkgever hebben afgesproken. Ze hoeven daarvoor niet terug te keren naar Nederland en ook niet aan te tonen dat ze sociaal geworteld zijn in hun woonland. Dat heeft de werkgever op verzoek van de AFMP eind augustus verduidelijkt in een brief.

Onder de leden van de AFMP in het buitenland was onrust ontstaan over hun rechtspositie op basis van het nieuwe Sociaal Beleidskader (SBK) 2012. Hun recht op de daarin geregelde voorzieningen voor herplaatsingskandidaten – waaronder het recht op een aanvullende (bovenwettelijke) werkloosheidsuitkering (BWW) in geval van ontslag – leek afhankelijk te zijn gemaakt van een terugkeer naar Nederland. Alleen medewerkers die toestemming kregen om vanwege ‘vastgestelde sociale omstandigheden’ in het buitenland te blijven wonen zouden onder het SBK 2012 vallen.

Buiten de EU
Op 20 augustus heeft de werkgever de AFMP schriftelijk laten weten dat het criterium ‘vastgestelde sociale omstandigheden’ alleen van toepassing is op Defensiemedewerkers die in een land BUITEN de Europese Unie werken. Als deze militairen door een reorganisatie hun functie verliezen, moeten ze in principe naar Nederland terugkeren om onder het SBK 2012 te vallen. Dat wil zeggen: om verzekerd te zijn van doorbetaling van hun salaris tijdens hun herplaatsingstermijn en daarna van een WW-uitkering en een BWW-uitkering.

Uitzondering
Op deze regel bestaat één uitzondering. Er zijn medewerkers die namens Defensie in een land buiten de Europese Unie werkzaam zijn en die ook zonder terugkeer naar Nederland hun recht op SBK 2012-voorzieningen behouden. Dat zijn de militairen die

  • al minstens vijf jaar in het buitenland wonen EN
  • een aanstelling hebben voor onbepaalde tijd (of het uitzicht daarop) EN
  • bij wie door de werkgever ‘sociale omstandigheden’ zijn vastgesteld.

Sociale omstandigheden
Wanneer is dat laatste het geval? Als iemand inmiddels in hoge mate gesetteld is in het buitenland waar hij woont en werkt. Om dat vast te stellen kijkt Defensie naar de mate waarin de medewerker en zijn gezin lokaal georiënteerd zijn voor wat betreft familie, vrienden, school en verenigingsleven. Ook wordt gekeken naar de maatschappelijke afstand tot Nederland: is er familie in Nederland, is er nog een woning aangehouden? Tot slot wordt gekeken naar de consequenties van terugkeer naar Nederland: zijn de lokaal aangegane financiële verplichtingen (bijvoorbeeld de koop van een huis) oplosbaar, heeft de partner een verblijfsvergunning nodig, wordt verwacht dat het gezin gemakkelijk kan aarden?

Binnen de EU
Defensiemedewerkers die in een land BINNEN de Europese Unie wonen en/of werken, onder wie de zogenaamde ‘grensgangers’ (medewerkers die in Nederland werken, maar in België of Duitsland wonen) vallen automatisch onder het SBK 2012. Ze hoeven daarvoor dus niet naar Nederland terug te keren en ook niet aan de genoemde drie voorwaarden te voldoen.

SBK-rechten
Wat betekent dat concreet? Als deze militairen door een reorganisatie hun functie verliezen, wordt tijdens hun herplaatsingstermijn in hun woonland naar passend werk gezocht. Mocht dat niet lukken en volgt ontslag, dan dienen ze ook in dat woonland een werkloosheidsuitkering aan te vragen. Deze uitkering wordt aangevuld met een uitkering op grond van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen voor de sector Defensie (BWW). Desgewenst kunnen deze medewerkers door Defensie ook naar werk in Nederland worden begeleid. Als hun woonland geen WW-uitkering kent, vult het BWW deze leemte op.

De brief van de werkgever biedt op een aantal belangrijke punten duidelijkheid over de bepalingen in het SBK 2012 en is om die reden met instemming door de AFMP gelezen. Wel jammer dat de werkgever blijkbaar ruim tien maanden nodig heeft gehad voor het opstellen en versturen ervan.