De ins & outs van de loonheffingskorting
In dit bericht proberen we je opnieuw duidelijk te maken wat de loonheffingskorting nou eigenlijk is en hoe deze precies werkt. De loonheffingskorting vormt een korting op de belasting en premie volksverzekeringen. De Belastingdienst berekent deze korting over al het inkomen dat je in een jaar ontvangt. Hoe hoger jouw inkomen is, des te lager de korting is die je krijgt.

Meerdere inkomens
Met enige regelmaat vragen leden ons hoe het nu precies met de loonheffingskorting zit als er sprake is van meerdere inkomens. Zij twijfelen of zij deze korting op het hoogste of juist het laagste inkomen moeten laten toepassen. Wij verschaffen hierover duidelijkheid.
Bijverdienen naast je UGM-uitkering
Ga je naast jouw UGM-uitkering wat bijverdienen? Dan ontvang je van jouw werkgever een loonbelastingformulier. Hierin moet je aangeven of de loonheffingskorting op jouw inkomen dient te worden toegepast. Ons advies is om altijd in te vullen dat de werkgever de loonheffingskorting niet moet toepassen. Als je dit wel laat doen, dan wordt er namelijk te weinig loonheffing ingehouden. Dit kan uiteindelijk leiden tot een forse naheffing na het indienen van je aangifte inkomstenbelasting. Deze naheffing kan oplopen tot een paar duizend euro. Zijn jouw bijverdiensten hoog ten opzichte van jouw UGM-uitkering? Dan kun je zelfs overwegen om de loonheffingskorting op de UGM-uitkering stop te zetten. Deze keuze kun je online doorgeven door in te loggen bij Mijn ABP.
Loonheffingskorting op je 65e
Ben je een postactieve militair die sinds zijn 65e ABP-ouderdomspensioen ontvangt? Dan krijg je naast dit pensioen, tot aan jouw AOW-leeftijd, ook een compensatie AOW-hiaat. Het ABP keert deze compensatie namens Defensie uit, samen met dit pensioen. Heb jij geen bijverdiensten? Dan is ons advies om de loonheffingskorting gewoon door het ABP te laten toepassen. Je hebt namelijk maar één inkomen en dat is jouw ABP-ouderdomspensioen, inclusief compensatie AOW-hiaat. Heb je wél bijverdiensten? Dan drukken we je op het hart om de loonheffingskorting nooit op je bijverdienste te laten toepassen.
Loonheffingskorting vanaf je AOW-leeftijd
Heb je de AOW-leeftijd bereikt? Dan past het ABP de loonheffingskorting niet meer toe, al heb je aangegeven dat dit wél moet gebeuren. Met de SVB hebben de pensioenfondsen namelijk de afspraak gemaakt om de loonheffingskorting automatisch op ‘nee’ te zetten als je de AOW-leeftijd bereikt. Deze afspraak is er gekomen, omdat iedereen een AOW-uitkering heeft maar lang niet iedereen daarnaast ook nog een ouderdomspensioen krijgt.
Kies je er op de AOW-leeftijd voor om de loonheffingskorting te laten toepassen op je ABP-ouderdomspensioen en dus niet op jouw AOW? Dan voeren het ABP en de SVB dit uiteraard netjes uit. Je moet echter wel aan het ABP doorgeven dat het de loonheffingskorting moet gaan toepassen. Wij adviseren je om dit vlak na het bereiken van de AOW-leeftijd te doen. Anders zet het ABP dit namelijk weer automatisch op ‘nee’. Bij het aanvragen van jouw AOW-uitkering moet je aangeven dat het de loonheffingskorting niet moet toepassen. Wil je een eerder gemaakte keuze veranderen? Regel dit dan via Mijn SVB.
Loonheffingskorting op hoogste inkomen?
Vaak wordt beweerd dat je de loonheffingskorting op het hoogste inkomen moet toepassen. In veel gevallen is dat echter niet de juiste keuze. Een en ander is namelijk afhankelijk van de hoogte van jouw ABP-ouderdomspensioen en van de vraag of je een AOW voor gehuwden of een AOW voor alleenstaanden ontvangt.
Praktijkvoorbeelden
Hieronder delen we met jou twee praktijkvoorbeelden (A. Gehuwd / B. Alleenstaand). Deze voorbeelden zijn gebaseerd op een volledig kalenderjaar.
A. GEHUWD
Ben je gehuwd en heb je geen andere inkomsten, geen hypotheekrenteaftrek en geen aftrekposten? Dan geldt één van de volgende drie aspecten:
1. Is je ABP OP lager of gelijk aan € 19.000,-?
Dan kun je de loonheffingskorting in principe laten toepassen op je ABP-ouderdomspensioen.
2. Is je ABP-ouderdomspensioen hoger dan € 19.000,-, maar lager dan € 28.000,-?
Laat dan de loonheffingskorting toepassen op jouw AOW.
3. Is je ABP-ouderdomspensioen hoger dan € 28.000,-, maar lager dan € 35.950,-?
Dan doe je er verstandig aan om de loonheffingskorting op géén van beide inkomens te laten toepassen. Als je deze inderdaad op geen van beide inkomens laat toepassen, dan betekent dit niet dat je een korting misloopt. Na de aangifte inkomstenbelasting verrekent de Belastingdienst het kortingsbedrag alsnog met jou. Wil je daar niet op wachten? Dan kun je een voorlopige aangifte (teruggaaf) indienen. Weet je niet hoe je een voorlopige aangifte moet indienen? Dan kun je gebruikmaken van de gratis belastingservice van de AFMP.
Drie rekenvoorbeelden
(Geen andere inkomsten, geen eigen woning/aftrekposten etc.)
1.
ABP-ouderdomspensioen: € 22.500,-
AOW (inclusief vakantie-uitkering): € 13.856,-
Loonheffingskorting laten toepassen op ABP-ouderdomspensioen leidt tot een te betalen bedrag van € 252,-.*.
De loonheffingskorting laten toepassen op de AOW-uitkering leidt tot een te ontvangen bedrag van € 836,-.*
2.
ABP-ouderdomspensioen: € 25.000,-
AOW (inclusief vakantie-uitkering): € 13.856,-
De loonheffingskorting laten toepassen op het ABP-ouderdomspensioen leidt tot een te betalen bedrag van € 412,-.*
De loonheffingskorting laten toepassen op de AOW-uitkering leidt tot een te ontvangen bedrag van € 676,-.*
3.
ABP-ouderdomspensioen: € 30.000,-
AOW (inclusief vakantie-uitkering): € 13.856,-
De loonheffingskorting laten toepassen op het ABP-ouderdomspensioen leidt tot een te betalen bedrag van € 1.498,-.*
De loonheffingskorting laten toepassen op de AOW-uitkering leidt tot een te betalen bedrag van € 460,-.*
De loonheffingskorting op geen van beide inkomens laten toepassen, leidt tot een te ontvangen bedrag van € 2.023,-.*
Kies je er bij alle genoemde voorbeelden voor om de loonheffingskorting op geen van beide inkomens te laten toepassen? Dan heb je nog een bedrag aan korting tegoed. Dit bedrag zou je via een voorlopige aangifte (teruggaaf) maandelijks kunnen ontvangen van de Belastingdienst.
Bijvoorbeeld bij rekenvoorbeeld 1: € 836,- : 12 = € 69,65 per maand.
Daarnaast kun je ervoor kiezen om een voorlopige aangifte te doen bij situaties waarbij dit negatief uitpakt. Je betaalt dan in 11 termijnen alvast een bedrag aan de Belastingdienst.
Bijvoorbeeld bij rekenvoorbeeld 2: € 412,- : 11 = € 37,45 per maand.
B. ALLEENSTAAND
Ben je alleenstaand, heb je geen andere inkomsten, geen hypotheekrenteaftrek en geen andere aftrekposten? Dan gelden de onderstaande aspecten:
1. Is je ABP-ouderdomspensioen lager dan € 19.500,-?
Dan kun je de loonheffingskorting in principe laten toepassen op je ABP-ouderdomspensioen.
2. Is je ABP-ouderdomspensioen hoger dan € 19.500,-, maar lager dan € 31.000,-?
Dan doe je er verstandig aan om de loonheffingskorting op geen van beide inkomens te laten toepassen. Je hebt dan nog wel een tegoed aan korting. Dat tegoed ligt tussen de € 3.498,- en € 3,-. De afbouw verloopt namelijk via grote stappen. Bevind je je in deze situatie? Dan is een voorlopige aanslag (teruggaaf) zeker een optie.
3. Is je ABP-ouderdomspensioen hoger dan € 31.000,-?
Dan doe je er verstandig aan om de loonheffingskorting op geen van beide inkomens te laten toepassen. Sterker, ons advies is om een voorlopige aanslag (te betalen) in te dienen!
Drie rekenvoorbeelden
(Geen andere inkomsten, eigen woning/aftrekposten etc.)
1.
ABP-ouderdomspensioen: € 19.500,-
AOW (inclusief vakantie-uitkering): € 20.201,-
De loonheffingskorting laten toepassen op het ABP-ouderdomspensioen leidt tot een te ontvangen bedrag van € 4,-.*
De loonheffingskorting laten toepassen op de AOW-uitkering leidt tot een te betalen bedrag van € 73,-.*
De loonheffingskorting op geen van beide inkomens laten toepassen, leidt tot een te ontvangen bedrag van € 3.498,-.*
2.
ABP-ouderdomspensioen: € 25.000,-
AOW (inclusief vakantie-uitkering): € 20.201,-
De loonheffingskorting laten toepassen op het ABP-ouderdomspensioen leidt tot een te betalen bedrag van € 1.854,-.*
De loonheffingskorting laten toepassen op de AOW-uitkering leidt tot een te betalen bedrag van € 1.323,-.*
De loonheffingskorting op geen van beide inkomens laten toepassen, leidt tot een te ontvangen bedrag € 2.248,-.*
3.
ABP-ouderdomspensioen: € 35.000,-
AOW (inclusief vakantie-uitkering): € 20.201,-
De loonheffingskorting laten toepassen op het ABP-ouderdomspensioen leidt tot een te betalen bedrag van € 5.400,-.*
De loonheffingskorting laten toepassen op de AOW-uitkering leidt tot een te betalen bedrag van € 5.078,-.*
De loonheffingskorting op geen van beide inkomens laten toepassen, leidt tot een te betalen bedrag van € 1.507,-.*
Kies je er bij rekenvoorbeeld 1 en 2 voor om de loonheffingskorting op geen van beide inkomens te laten toepassen? Dan heb je nog een bedrag aan korting tegoed. Dit bedrag zou je via een voorlopige aangifte (teruggaaf) maandelijks van de Belastingdienst kunnen ontvangen.
Bijvoorbeeld bij rekenvoorbeeld 2: € 2.248,- : 12 = € 187,30 per maand.
Kies je er bij rekenvoorbeeld 2 voor om de loonheffingskorting te laten toepassen op je AOW-uitkering? Dan zou je een voorlopige aangifte kunnen indienen, waarbij je de € 1.323,- in 11 termijnen van € 125,25 aan de Belastingdienst betaalt. Dan betekent dat ook dat je over jouw AOW geen loonbelasting betaalt en dus netto maandelijks een hogere AOW zult ontvangen.
Let goed op!
De boodschap achter al onze informatie hierover is dat je goed moet opletten bij het (laten) toepassen van de loonheffingskorting als je meerdere inkomens hebt. Ben je tevreden hoe je een en ander nu hebt geregeld met de loonheffingskorting? Dan raden we je natuurlijk aan om niets te veranderen. De door jou gemaakte keuzes zijn namelijk gebaseerd op jouw specifieke persoonlijke situatie. De in dit bericht verschafte informatie is algemeen.
* Berekeningen op basis van de wet- en regelgeving van 2025 en berekend over een volledig kalenderjaar.