Akkoord sociaal plan bij outsourcing
Op vrijdag 19 juli 2013 hebben minister Hennis-Plasschaert en de bonden een akkoord bereikt over een sociaal plan voor Defensiemedewerkers die door het outsourcen van diensten hun functie binnen Defensie kwijtraken. Belangrijke onderdelen van dit Sociaal Statuut Uitbesteding (SSU) zijn een werk- en salarisgarantie en behoud van de bij Defensie opgebouwde rechten mocht een nieuwe werkgever onverhoopt failliet gaan.
Zoals bekend is Defensie van plan allerlei onderdelen op te heffen en de betreffende diensten en producten voortaan te gaan inkopen. Dit gebeurt met name om de door de politiek opgelegde bezuinigingen te realiseren. De AFMP heeft haar bedenkingen tegen deze outsourcingsplannen, maar in feite zijn dat bedrijfsvoeringskeuzes waar de vakbonden niets over te zeggen hebben. Wel is de werkgever verplicht met de bonden afspraken te maken over de rechtspositie van de medewerkers die met het opheffen van hun afdeling worden geconfronteerd.
Het algemene sociale plan voor reorganisaties binnen Defensie, het Sociaal Beleidskader (SBK), was onvoldoende toegespitst op de specifieke belangen van collega’s die door het opheffen van hun dienst of afdeling hun functie kwijtraken. Daarom zijn voor hen nu aparte spelregels en voorzieningen afgesproken in een Sociaal Statuut Uitbesteding (SSU). De AFMP en de andere bonden vonden het belangrijk dat deze afspraken voor het eerstvolgende outsourcingstraject hun beslag zou krijgen en dat is dus gelukt.
Behoud van werk
Het streven bij outsourcing is voortaan dat alle betrokken medewerkers aan het werk blijven. Dat kan door ze een andere functie binnen Defensie aan te bieden of door te bevorderen dat ze in een passende functie gaan werken voor de nieuwe commerciële leverancier van de diensten die hun afdeling binnen Defensie voorheen zelf produceerde. De AFMP heeft zich er sterk voor gemaakt dat beide mogelijkheden in elk individueel geval serieus bekeken worden.
Arbeidsvoorwaarden
Op basis van het SSU zijn medewerkers na het verlaten van Defensie vanwege een outsourcing verzekerd van behoud van hun salaris, ook als hun nieuwe (marktconforme) salaris lager uitvalt. In een outsourcingscontract wordt vooraf vastgelegd dat hun beloning minimaal gelijk blijft aan de meest recent genoten beloning bij Defensie, bijvoorbeeld door loonaanvulling. Daarnaast wordt in dat contract vastgelegd dat de nieuwe werkgever gelijkwaardige secundaire arbeidsvoorwaarden biedt (doorbetaald ouderschapsverlof, vakantieverlof (inclusief leeftijd- en diensttijddagen), reiskostenvergoedingen, jubileumgratificaties), of dat Defensie verschillen op dat gebied afkoopt door zijn voormalige medewerker een eenmalig bedrag uit te betalen. De nieuwe werkgever moet bestaande schriftelijke afspraken op het gebied van scholing gewoon nakomen. De overstappende medewerker wordt door Defensie niet langer gehouden aan eventuele terugbetalingsregelingen (bijvoorbeeld in verband met een opleiding of ouderschapsverlof).
In het geval van burgerpersoneel compenseert Defensie de negatieve pensioengevolgen van de overstap naar een commerciële organisatie die niet is aangesloten bij het ABP; dat gebeurt door een storting in ABP Extra Pensioen. Mocht de nieuwe leverancier onverhoopt failliet gaan of mocht een voormalige Defensiemedewerker om een andere reden worden ontslagen, dan kan hij terugvallen op Besluit Bovenwettelijke uitkeringen bij Werkeloosheid voor de sector Defensie (BBW). Dat wil zeggen: hij krijgt dan van Defensie een aanvulling op zijn werkeloosheidsuitkering en eventueel ook op de beloning die een volgende (nieuwe) baan hem oplevert.
In dienst van Defensie blijven
Het SSU regelt niet alleen de rechten van de medewerkers die op een bepaald moment de stap naar het bedrijfsleven (moeten) maken. Ook is in dit sociaal statuut vastgelegd dat drie soorten medewerkers na een outsourcing van hun werk niet verplicht kunnen worden om Defensie te verlaten. Dat zijn militairen met een zogenaamde behoudgarantie, langdurig zieken en alle Defensiemedewerkers die binnen vijf jaar met (vervroegd) pensioen gaan of op basis van een andere leeftijdsontslagregeling moeten stoppen met werken.
De AFMP heeft ervoor gezorgd dat deze laatste categorie collega’s tot hun leeftijdsontslag bij Defensie in dienst kan blijven en op basis van detachering binnen andere organisaties zal worden ingezet. Elke outsourcingsoperatie zal door de AFMP kritisch worden getoetst op de gemaakte afspraken in het Sociaal Statuut Uitbesteding, maar niet alleen daarop. Volgens het regeerakkoord moet outsourcing ‘bijdragen aan de inzetbaarheid en het innovatieve vermogen van de krijgsmacht, de flexibiliteit en het aanpassingsvermogen van de defensieorganisatie en het inzicht in de kosten.’ De AFMP zal ook zorgvuldig in het oog houden of aan deze randvoorwaarden wordt voldaan.