22 september 2016

Uitzendbescherming Moet ook bij Frontex-inzet gelden

Werken in Frontex verband betekent maandenlang van huis zijn en bepaalde risico’s lopen. Daar weet Omar Boulachioukh over mee te praten. De AFMP en de MARVER pleiten voor uitzendbescherming.

Nederland ondersteunt bij de Europese grensbewaking vanwege de verhoogde instroom van vluchtelingen en migranten naar Europa. Een BST (Border Security Team) draagt op het Griekse eiland Chios bij aan het registratie- en screeningsproces. Het BST bestaat uit minimaal 40 personen met personeel van de Koninklijke Marine, Commando DienstenCentra, de KMar, de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) en de Nationale Politie (Zeehavenpolitie). Marineschepen brengen migratiestromen rond Italië in kaart en brengen vluchtelingen in veiligheid.

BST screent, registreert, debrieft, identificeert vluchtelingen migranten die de gevaarlijke tocht over de Middellandse Zee hebben overleefd. Zij worden in de centrale opvanglocatie doorgelicht door een screener en een documentenexpert. Samen met een tolk kijken ze of de door de migrant ingevulde gegevens kloppen. Adjudant Omar Boulachioukh was screener bij de eerste lichting van BST. Een screener moet bepalen wat de nationaliteit is van een migrant. Kloppen de gegevens die ze overleggen en spreken ze de taal?

Omar verbleef drie maanden in Frontex-verband op Chios, van 6 januari tot 11 april 2016. Dat verblijf is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Allereerst waren er, zeker in het begin, veiligheidsrisico’s. “Toen onze lichting hier aankwam was er weinig bewaking. Wij liepen in burgerkleding rond, zonder wapens.” Daar was bewust voor gekozen zodat migranten met uniformangst niet zouden schrikken. “Maar je weet niet wie er voor je neus komt. Het kan ook een mensensmokkelaar zijn die wapens bij zich heeft. Als iemands identiteit niet bekend was, gingen we verder zoeken. Dan keken we in de telefoons van de mensen, en dan zagen we bijvoorbeeld dat iemand militair was geweest. Stel dat het een Syriër was zonder de juiste papieren en hij werd kwaad, wat dan? Zelf had ik niet het gevoel dat ik onveilig was, maar toch zat het me niet lekker.”

Heftige ervaringen
Daarnaast gebeurden er daadwerkelijk heftige dingen, zoals een ‘staking’ bij een nieuwe hotspot, een opvangkamp voor vluchtelingen. Mensen mogen niet buiten de hotspot komen vanwege onduidelijkheid tussen de EU en Turkije over opvang in de regio. Als migranten niet aan de eisen zouden voldoen, zouden ze worden teruggestuurd. “Omdat mensen niet wisten waar ze aan toe waren, werden ze agressief. Ze begonnen met grote keien te gooien. We konden toen ons werk niet meer doen omdat het te onveilig was.” Ook in emotioneel opzicht was het verblijf op Chios voor Omar een heftige ervaring. Hij heeft twee baby’s die tijdens de overtocht waren overleden, samen met de familie met islamitisch eerbetoon begraven. Daar had hij zelf het initiatief voor genomen, omdat er op dat gebied nog niets was geregeld. Met behulp van zijn BST-commandant en enkele personen van de afdeling UGV is het toch gelukt.”

Eén op, twee af
Het gebruikelijke uitzendpatroon van militairen is één periode op missie, twee perioden rust. Deze uitzendbescherming geldt echter niet voor militairen die in Frontex-verband naar het buitenland worden gezonden. Frontex en andere Europese (grensbewakings)activiteiten worden namelijk niet als missie aangemerkt. Dat inzet binnen de Europese Unie geen ‘normale’ missie is begrijpen de AFMP en MARVER op zich wel, maar als het aankomt op de uitzendbescherming is dat voor de bonden een heel ander verhaal. Die zou in die gevallen namelijk wel moeten gelden.

Frontex en NAVO-inzet
Voor de AFMP en de MARVER is het een slechte zaak dat voor deze inzet niet net als bij een missie de uitzendbescherming van toepassing is. De militairen die hiervoor worden ingezet zijn net als tijdens een missie wel drie maanden van huis. En ook voor hen geldt dat er recuperatietijd nodig is voordat wordt overgegaan tot een volgende inzet. Ook Omar beschouwt, net als veel van zijn collega’s, zijn inzet in BST-verband voor Frontex als een missie. Buiten Frontexverband wordt er ook door andere defensieonderdelen in de Egeïsche Zee gepatrouilleerd. Zo zet de NAVO de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG-2) in om mensensmokkelnetwerken in kaart te brengen. De inzet in de Egeïsche Zee valt volgens Minister van Defensie Hennis onder het bestaande takenpakket van de staande Navovlootverbanden en wordt daarom door de NAVO aangemerkt als een activiteit. En dus niet als missie. De AFMP vindt dat er ook bij dergelijke ’activiteiten’ toch sprake moet zijn van (uitzend)bescherming.

Gezondheid waarborgen
Voorzitter Anne-Marie Snels: “Het niet voor niets een staand gebruik geworden dat militairen, nadat ze een langere periode in het buitenland actief zijn geweest, de tijd krijgen om rustig thuis te kunnen zijn. Zo waarborg je de gezondheid van je medewerkers – ook op langere termijn. Bovendien zorg je ervoor dat ze voldoende tijd kunnen doorbrengen met het thuisfront. Anders loop je het risico dat mensen onnodig beschadigd raken.”

Meer over:
C&R
BVJ