Sturing en framing
De ACOP (AFMP, MARVER en FNV overheid), de CMHF (KVMO, NOV en KVNRO) en het AC (VBM en BBTV) hebben met de nodige ergernis kennis genomen van de communicatie door het ministerie van Defensie over de uitkomst van het overleg op 9 juli. Wij begrijpen heel goed dat de verschillende partijen aan de uitkomst van een overleg een eigen kleuring geven als dit mislukt. Normaliter reageren we daar ook niet op. Nu moeten we echter een uitzondering maken.
In de kern richt de kritiek zich op drie punten.
Defensie start haar intranetpublicatie met:
“Defensie en de vakcentrales bespraken eind juni een aanpassing van het loongebouw.”
Wij wilden en willen, zoals was afgesproken, met defensie spreken over een verandering van het bezoldigingsstelsel, bestaande uit een ander loongebouw en het aangepaste stelsel van toelages. Defensie heeft die discussie stelselmatig willen verengen tot een discussie over alleen een ander loongebouw.
Defensie spreekt in haar communicatie teleurstelling uit over de gang naar de AAC. Die zou leiden tot een vertraging in de uitwerking van de afspraken over een nieuw bezoldigingssysteem.
Met Defensie betreuren wij dat het zover heeft moeten komen, maar als in de geschilvergadering niet blijkt van ruimte om het overleg voort te zetten, is het logisch dat de vervolgstap naar de AAC wordt gezet. Wat echter veel meer dan teleurstellend is, is de stelling dat de stap van de meerderheid van de centrales leidt tot vertraging. Los van de redenen waarom het niet gelukt is om op 1 juli 2020 invulling te geven aan de afspraken uit het AV akkoord 2018-2020, hebben drie centrales namelijk gisteren expliciet aangegeven de bereidheid te hebben om het overleg over een volledig nieuw bezoldigingsstelsel te willen voorzetten; dat het mislukken van het overleg over een “tussenstap" op 1 juli niet betekent dat over een veel breder thema niet gesproken zou kunnen worden. Vertraging als argument gebruiken is onzin, tenzij Defensie bedoelt aan te geven dat zij het overleg over een volledig nieuw bezoldigingsstelsel niet meer wensen te voeren. Dan is dat maar duidelijk.
Defensie stelt in haar communicatie dat:
“In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018-2020 is afgesproken om op 1 juli gefaseerd, een bij de tijd passend bezoldigingssysteem te ontwikkelen en hierbij een vereenvoudigd model van toelagen te introduceren. Defensie wil deze afspraken uitvoeren, maar dat stuit op verschil van inzicht met de vakcentrales”
Een boodschap framen is eenvoudig, maar dat kan ook heel verkeerd uitpakken. Oordeelt u zelf!
De letterlijke tekst van het akkoord luidt:
“Sociale partners hebben in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017-2018 afgesproken om gefaseerd, een bij de tijd passend bezoldigingssysteem te ontwikkelen en hierbij een vereenvoudigd model van toelagen te introduceren. Dit bezoldigingssysteem wordt ingevoerd op 1 juli 2020."
De drie centrales vragen zich af:
Wanneer was er iets afgesproken over een fasering? In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017-2018 of in het akkoord 2018-2020?
Stonden er in het akkoord 2018-2020 maatregelen die invulling gaven aan die fasering?
Is invoering van een bezoldigingsstelsel hetzelfde als spreken over een gefaseerde ontwikkeling van een bezoldigingsstelsel op 1 juli 2020?
En tot slot. Wanneer zou dat bij de tijd passend stelsel er volgens de afspraken moeten zijn?
Oordeelt u zelf!
Defensie past haar manier van communiceren aan op de wijze waarop zij het overleg met de bonden voert. Eigen interpretaties en het verdraaien van afspraken domineren en tekenen op dit moment helaas het overleg.