Centrales akkoord met uitbreiding tijdelijke vaccinatieregeling
De Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel in de sector Defensie (SCODef) gaan akkoord met de uitbreiding van de bestaande tijdelijke ministeriële regeling vaccinatie COVID-19, op basis waarvan Defensie een specifieke groep militairen de verplichting kan opleggen om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus. Zij stemmen hiermee in, omdat Defensie heeft gewaarborgd dat nog nader formeel overleg wordt gevoerd over de eventuele gevolgen van een verplichte vaccinatie en dat militairen die zich niet willen laten vaccineren, niet dienstongeschikt worden verklaard en/of worden ontslagen. De uitbreiding vormt volgens de centrales een juiste afspiegeling van de eerder hierover gevoerde gesprekken.
Dit heeft ACOP-bestuurder René Schilperoort op 21 december namens de SCODef in een brief laten weten aan het Sectoroverleg Defensie (SOD). De aangepaste tijdelijke ministeriële regeling vaccinatie COVID-19 richt zich op militairen die voor de vervulling van hun militaire dienst buiten Nederland (gaan) verblijven en bij wie niet gevaccineerd zijn een verhoogd risico oplevert voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht. Deze verplichting geldt straks ook voor de direct hieraan gerelateerde voorbereidingsperiode. Hiermee wordt geborgd dat de complete eenheid die deelneemt aan het betreffende opwerkprogramma ook daadwerkelijk op uitzending kan gaan.
Aanvulling
De aangepaste tijdelijke regeling is ook van toepassing op militairen die zijn aangewezen om binnen vijf weken naar het buitenland te vertrekken. Deze wordt zo eveneens toegepast voor opleidingen, oefeningen en trainingen in gebieden waar het gastland of de internationale oefenleiding vaccinatie verplicht heeft gesteld en er geen alternatief voor vaccinatie voorhanden is. Dit is een aanvulling op de bestaande praktijk. Verder geldt de gewijzigde regeling voor militairen die volgens hun rooster of roulatieschema zijn aangewezen om in het kader van (inter-)nationale verplichtingen te worden ingezet in een gebied waar de verplichte vaccinatie voor ingezette eenheden is bepaald of daar waar na een landenadvies verplichte vaccinatie noodzakelijk is.
Vrijwillige vaccinatie blijft de standaard
Belangrijk voor de centrales is dat het vaccinatiebeleid van Defensie tegen COVID-19 zoveel mogelijk in lijn blijft met dat van andere (civiele) Nederlandse werkgevers, waarbij vaccinatie niet verplicht is. Militairen blijven de keuze houden om zich op basis van persoonlijke (gewetens-)bezwaren niet te laten vaccineren. Er is daarom bewust voor gekozen om het coronavaccin niet op te nemen in het basispakket, maar in de vorm van een tijdelijke ministeriële regeling vaccinatie COVID-19. Militairen die aangewezen worden voor verplichte vaccinatie en daarvoor een beroep doen op artikel 5 of 6 van de Wet immunisatie militairen worden niet gevaccineerd totdat definitief is beslist over hun verzoek. Na overleg met de betreffende militair zal een daarvoor door Defensie aangewezen militaire arts de commandant adviseren over zijn of haar inzetbaarheid. Defensie heeft hierover vragen en antwoorden gepubliceerd op het intranet. Hierbij is een link geplaatst naar de procedure die je moet volgen om een dergelijk bezwaar in gang te zetten.
Belangrijke aspecten
Zodra het formele overleg is hervat, wordt met Defensie verder gepraat over de tijdelijke ministeriële regeling vaccinatie COVID-19. Gespreksonderwerp zijn dan naast de regeling zelf de hiermee samenhangende aspecten die voor de centrales belangrijk zijn, zoals de aansprakelijkheid en de eventuele rechtspositionele en arbeidsrechtelijke gevolgen. In de tussentijd mag dit dus niet tot dienstongeschiktheid en/of ontslag leiden voor militairen die zich niet willen laten vaccineren. Met toelichting zal de uitgebreide regeling in de Staatscourant worden gepubliceerd. Deze regeling treedt één dag na publicatie officieel in werking.