‘Ziekte en re-integratie zijn vaak een complexe materie’
De AFMP heeft veel postactieve leden die na hun Leeftijdsontslag Militairen een arbeidsovereenkomst tekenen bij een andere werkgever. Zij grijpen deze kans, omdat zij tijdens hun UGM-uitkering tot de Wet Normering Topinkomens (Balkenendenorm) mogen bijverdienen. De Balkenendenorm is overigens alleen van toepassing wanneer je gaat werken voor de (semi-)overheid. Maar wat moeten zij doen als zij in een juridisch conflict met hun nieuwe werkgever verzeild raken? Voor het antwoord op deze vraag klopten wij aan bij Themis van Helvoort, procesjurist namens de AFMP.
Kun je allereerst wat meer vertellen over jouw werk als procesjurist?
“Sinds mijn afstuderen in 2011 werk ik bij FNV Veiligheid, de werkorganisatie van de AFMP en de MARVER. Het eerste jaar was ik actief als kwestiebehandelaar en daarna ging ik aan het werk als procesjurist. Als procesjurist verleen ik rechtsbijstand aan onze leden door het behandelen van de juridische kwesties die zij hebben bij hun werkgever. Hierbij geef ik bijvoorbeeld adviezen, maar ik ga ook procedures voor hen aan. In mijn huidige functie kan ik procederen tot en met de hoogste rechter. Voor ambtenaren is dat de Centrale Raad van Beroep. Een procesjurist mag geen strafrechtelijke zaken behandelen; die zijn voorbehouden aan een advocaat. Ook civiele zaken met een belang boven de 25.000 euro mogen alleen door een advocaat worden behandeld. Alle andere kwesties behandel ik dus wél.”
Hoeveel PA-leden gaan na hun LOM bij een andere werkgever aan het werk?
“Eerlijk gezegd weet ik niet precies hoeveel leden na hun LOM een arbeidsovereenkomst bij een andere werkgever aangaan. Na hun LOM hebben ze recht op een UGM-uitkering en mogen zij bijverdienen (Wet Normering Topinkomens, red.), dus ik kan me voorstellen dat er best wat leden zijn die er een betaald baantje bij nemen.”
Voor welke banen kiezen zij?
“Dat is best divers. Een aantal postactieve leden tekende een arbeidsovereenkomst bij verschillende vervoersbedrijven. Maar ook aan Defensie gerelateerde instanties, zoals pensioenfonds ABP, het Nederlands Veteraneninstituut en de NAVO, zijn populair als nieuwe werkgevers. Eigenlijk komen in bijna elke bedrijfstak banen voorbij: van bibliotheken tot gemeentes. Ook zijn er wat mensen die een burgeraanstelling bij Defensie hebben gekregen.”
Hoe vaak los je problemen op voor deze doelgroep?
“Elke week behandel ik wel problemen waarmee deze doelgroep kampt. Alhoewel het aantal civiele zaken klein is in vergelijking met ambtenarenzaken, heb ik altijd meerdere civiele zaken lopen.”
Tegen welke problemen met hun nieuwe werkgever lopen onze leden aan?
“De meeste kwesties die ik behandel, gaan in essentie over loon. Wat je tijdens de coronacrisis ziet, is dat mensen opeens niet meer worden opgeroepen voor werk. Dan wordt ineens duidelijk dat hun oude contract van jaren terug niet meer actueel is. In het contract staat dan bijvoorbeeld dat iemand 20 uur per maand werkt, terwijl hij of zij jarenlang 20 uur per week werkzaam was. Dat was natuurlijk al die jaren geen probleem. Over de gewerkte uren kreeg hij of zij namelijk gewoon het loon betaald. Maar als je dan later plotsklaps moet terugvallen op een achterhaald contract, dan lopen de inkomsten een flinke deuk op. Samen met een lid kan ik in dat geval een beroep doen op ‘het rechtsvermoeden van arbeidsomvang’ of op ‘het vastklikken van het contract’.
Wat houden deze twee laatstgenoemde begrippen in?
“Het rechtsvermoeden van arbeidsomvang houdt in dat je erom vraagt om je contract in overeenstemming te brengen met je feitelijke uren. Dat wordt dan je nieuwe contract. Hierbij hoort uiteraard ook een loonvordering en die kan flink oplopen. Als je een oproepcontract hebt, hoort de werkgever je dat uit eigen beweging aan te bieden, zodra er 12 maanden van je contract zijn verstreken. Dit is het vastklikken van het contract.”
Met welke uitdagingen worden leden nog méer geconfronteerd?
“Als procesjurist behandel ik ook veel zaken van postactieve leden rond ziekte en re-integratie. Voor veel mannen en vrouwen is dit een complexe materie, zeker als je bij een nieuwe werkgever aan de slag gaat bij wie een heel ander wetboek van toepassing is dan tijdens actieve dienst bij Defensie. Alleen al in het herstellen van ziekte of in het aangaan van een goed re-integratietraject gaat voor hen al veel kostbare energie zitten, laat staan als je dan ook nog eens last hebt van een dwingende werkgever of een dwarse bedrijfsarts. Veel postactieve leden die hiermee worden geconfronteerd, kloppen bij ons aan voor hulp. Daarnaast behandel ik ook veel sociale zekerheid-vraagstukken, bijvoorbeeld over de WW of de WIA.”
De volledige versie van dit interview lees je in de op 26 juni verschenen uitgave van OpLinie.