Tolk Farhad mist zijn gezin erg
‘Minister Bijleveld, u laat deze oorlogshelden toch niet in de steek?’ Dit was in oktober 2019 de vraag van de AFMP, VBM, VluchtelingenWerk en andere organisaties op een paginagrote advertentie in De Telegraaf. Hiermee riepen zij de minister op om de Afghaanse tolk Farhad, die 14 jaar werkte voor het Amerikaanse leger in Afghanistan, Nederland niet uit te zetten. Mede hierdoor kwam er 2 maanden later een ruimhartiger tolkenbeleid, waardoor niet alleen Farhad mocht blijven, maar ook andere tolkengezinnen welkom zijn. Vanuit het AZC Utrecht vertelt Farhad Sarajudin hoe het nu gaat.
Hoe gaat het op dit moment met je?
“Ik ben gelukkig en dankbaar. Ik leid een veilig bestaan in Nederland en heb volop kansen hier. Wel maak ik me veel zorgen over mijn familie, die nu nog in Afghanistan verblijft. Ik heb mijn vrouw en vier kinderen, mijn vader en moeder en mijn broer al zes jaar niet gezien. Ik mis ze enorm. Ik kan niet wachten totdat mijn gezin ook naar hier komt.”
Wat weet je over de huidige situatie van je vrouw en kinderen in Afghanistan?
“Ik weet dat zij zich, mede door de veelvuldige terroristische aanslagen en zelfmoordaanslagen, niet veilig voelen in Afghanistan. Hierdoor kunnen mijn kinderen helaas niet regelmatig naar school. Vooral door corona verloopt de procedure om mijn vrouw en kinderen naar Nederland te halen traag. We zullen nog het nodige geduld moeten hebben voordat we elkaar na al die jaren eindelijk weer in de armen kunnen vallen.”
Wat bevalt je het meest aan ons land?
“De Nederlandse cultuur is de beste in de wereld. Nederlanders zijn open en vriendelijke mensen, die altijd bereid zijn je te helpen. Afghanen zijn afstandelijker en argwanender. Mede door de oorlog die al vele jaren duurt, vertrouwen zij elkaar vaak niet. Ik volg drie keer per week lessen in de Nederlandse taal. Tijdens deze lessen krijg ik ook uitleg over de cultuur en gewoonten in Nederland. Zo weet ik inmiddels dat Nederland ruim 17 miljoen inwoners en 19 miljoen fietsen telt. In Nederland kun je simpelweg niet zonder een fiets.”
Op je 19e ging je als tolk aan de slag bij het Amerikaanse leger in Afghanistan. Hoe was het om hiermee op zo’n jonge leeftijd te starten?
“Ik was toen net klaar met school en ik sprak mijn talen. In 2002 kwam het Amerikaanse leger naar de Afghaanse provincie Parwan waar ik woonde. Het leger zocht lokale werknemers en mijn vader adviseerde me te solliciteren. Het was een baan met toekomstperspectief en bovendien had iedereen nog veel vertrouwen in het Amerikaanse leger. Zelf was ik vooral trots dat ik zo’n goede baan had gevonden. In 2006 trouwde ik en daarna kreeg ik samen met mijn vrouw vier kinderen: twee zonen en twee dochters. We woonden lange tijd in de Afghaanse hoofdstad Kabul. We leefden redelijk anoniem in Kabul, een grote stad met 5 miljoen inwoners. Tot 2009 ging het allemaal prima, daarna ging het bergafwaarts.”
Wat veranderde er na 2009?
“Op weg naar hun werk op de Amerikaanse legerkampen hielden de milities in de jaren daarna steeds vaker Afghanen zoals ik aan. Zij vroegen dan: ‘Waarom doe je werk voor de Amerikanen? We zullen je doden als je daarmee doorgaat! Ben je wel een echte moslim?’ Geweld, bedreiging en kidnapping vonden dagelijks plaats. Ik werd steeds vaker met argusogen bekeken.”
Wat leidde in 2015 tot je vlucht naar Nederland?
“Dat jaar bombardeerde het Amerikaanse leger een wapendepot in Parwan. Lokale leiders vroegen zich af hoe de Amerikanen de locatie van dit depot hadden weten te vinden en zochten naar een zondebok. Al snel kwamen ze bij mij uit. Ze dachten dat ik een informant was, want waarom werkte iemand anders zo lang voor het Amerikaanse leger? Toen ik tijdens een verlof terugging naar mijn gezin, bleek ik in groot gevaar te zijn. Kort daarna kwamen ze naar mijn huis om me te doden, maar gelukkig kon ik op het laatste nippertje ontsnappen. Het was ontzettend moeilijk om mijn vrouw en kinderen in de steek te laten, maar ik had geen andere keuze dan te vluchten. Gelukkig liepen zij geen direct gevaar, omdat ik de enige was die werd bedreigd vanwege mijn werk bij het Amerikaanse leger. Mijn vrouw en kinderen wisten niets over mijn werk als tolk. Om dit werk te kunnen blijven doen, hield ik alle dingen die hiermee te maken hadden geheim.”
Wat herinner je je nog van het moment dat je hier arriveerde?
“Direct na mijn aankomst in Nederland meldde ik me als vluchteling bij de marechaussee. Door mijn ervaringen in Afghanistan voelde ik me nog niet veilig. Daarom benadrukte ik tegenover de marechaussee dat ik bang was dat iemand me zou vermoorden. Zij stelden me gerust door te zeggen dat ik in Nederland niet meer voor mijn leven hoefde te vrezen. Uiteindelijk werd ik doorverwezen naar het AZC in Ter Apel.”
Toen in 2019 uitzetting uit Nederland voor jou dreigde, spanden de defensiebonden AFMP en VBM, VluchtelingenWerk en andere organisaties zich in om dit te voorkomen. Uiteindelijk waren hun inspanningen succesvol. Met welk gevoel kijk je hierop terug?
“Het maakt me trots en blij dat zoveel mensen en organisaties, zoals VluchtelingenWerk en de AFMP, me hebben geholpen! Ik voel me gelukkig, veilig én dankbaar dat bijvoorbeeld VluchtelingenWerk me tot op de dag van vandaag hulp biedt.”
Hoe zie je jouw toekomst?
“Wanneer ik aan mijn toekomst hier denk, hoop ik natuurlijk allereerst dat mijn vrouw en kinderen dan ook in Nederland zijn. Samen met hen hoop ik hiereen mooi leven te kunnen opbouwen. Met mijn ervaring op het gebied van het leger, veiligheid en tolkenwerk zou ik in de toekomst graag bij de politie of het leger werken. Maar mijn belangrijkste doel is en blijft natuurlijk de hereniging met mijn familie.”
BUDDYPLAN VOOR AFGHAANSE TOLKEN
AFMP-voorzitter Anne-Marie Snels bedacht eind 2020 een buddyplan voor Afghaanse tolken, dat inmiddels brede steun krijgt binnen Defensie. Het idee hierachter is om Afghaanse tolken die voor de Nederlandse en internationale troepen in hun geboorteland werkten hier een fijne toekomst te
bieden. Nederlandse militairen die in Afghanistan dienden, kunnen als buddy een steun en toeverlaat vormen voor de tolken en hun gezinnen die in Nederland wonen.
Minister Bijleveld van Defensie is enthousiast over het buddyplan. "Ik vind het mooi dat het buddysysteem op natuurlijke wijze aan het ontstaan is. Niet van boven opgelegd, maar van onderop. Want het is moeilijk als je uit je thuisland moet vluchten en aankomt in een land waar zoveel anders is. Juist militairen begrijpen hoe het is om aanwezig te zijn in een land met een totaal andere cultuur. Maar anders dan onze militairen, willen de tolken zich ook echt thuis voelen. En een thuis is meer dan een huis en een paspoort; het is het gevoel dat je welkom bent en iemand hebt op wie je kunt rekenen: een buddy."
Lees het volledige interview met Anne-Marie over haar buddyplan en een interview met Afghanistanveteraan Roy Grinwis in de op 19 december 2020 verschenen editie van OpLinie.