Rapport Rekenkamer: Defensie kraakt in zijn voegen
Vandaag (woensdag 20 mei 2015) presenteerde de Rekenkamer het jaarlijkse rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2014 Ministerie van Defensie (X). De belangrijkste conclusie is hard: Defensie trekt een niet vol te houden wissel op zichzelf.
Mevrouw Stuiveling, voorzitter van de politiek onafhankelijke Algemene Rekenkamer, gaf in haar reactie aan dat de Defensieorganisatie al jaren onder grote druk staat, maar dat de kerntaak van Defensie (nog) niet in gevaar is. Zij adviseerde om keuzes te maken, prioriteiten te stellen en vooral te investeren in reserve-onderdelen. Daar denkt de AFMP wat anders over.
Hoofdpunten Rekenkamer-rapport
De uitkomsten van de Rekenkamer verbazen ons niet. Dat Defensie 'in zijn voegen kraakt' weten we al langer. Veel van de zaken die de Rekenkamer opsomt, komen overeen met de conclusies uit de onderzoeken die de AFMP de afgelopen twee jaar onder het Defensiepersoneel hield.
De bezuiniging van 1 miljard euro op de Defensiebegroting in 2011 en de bezuinigingen daarna hebben een enorme wissel getrokken op het personeel. Er zijn 12.000 functies vervallen, er is veel minder personeel beschikbaar en er is sprake van onderbezetting, maar de taken zijn er niet minder op geworden. Ook op opleiding, scholing, training en oefeningen is fors bezuinigd, dat wisten we al en ook de Rekenkamer geeft aan dat dit een zorgelijke ontwikkeling is.
Naast personele problemen was natuurlijk al bekend dat er forse materiele problemen zijn. Er is al jaren een tekort aan reserveonderdelen en onderhoud wordt beperkt uitgevoerd. Materieel is daardoor niet inzetbaar. Dat ervaart het defensiepersoneel dagelijks al enige jaren op de werkvloer en wordt ook door de Rekenkamer als een fors knelpunt benoemd.
Betere prioriteiten
De Rekenkamer constateert dat er een onbalans is tussen de uit te voeren taken en het beschikbare personeel en materieel. Ook dat is wat ons betreft geen nieuws, het is wel goed dat de Rekenkamer dit nadrukkelijk benoemt. De oplossing van de Rekenkamer, ga investeren in reservematerieel, is wat ons betreft onvoldoende.
Op internet zijn al weer de nodige reacties te zien, die met het vingertje naar minister Hennis wijzen. Dat is wat ons betreft iets té gemakkelijk, natuurlijk is de minister verantwoordelijk voor het defensiebeleid. Mevrouw Stuiveling gaf aan dat de Minister betere prioriteiten moet stellen en ze gaf ook aan dat de Tweede Kamer té weinig oog heeft voor de dynamiek van de uitvoering en alle bezuinigingen, en tijd vrij moet maken om de kwaliteit van plannen en de uitvoering beter te toetsen.
Politiek moet nú investeren
Wat de AFMP betreft moeten álle politieke partijen en het voltallige Kabinet het zich aantrekken dat er op Defensie een niet vol te houden wissel wordt getrokken. Defensie is jarenlang een makkelijke politieke speelbal voor bezuinigingen geweest. Daar betalen we een forse rekening voor en de Rekenkamer legt feilloos alle knelpunten bloot. Er moet wat de AFMP betreft nú geïnvesteerd worden, niet alleen in materieel, óók in personeel; in kwantiteit, in kwaliteit én in arbeidsvoorwaarden, de mensen maken immers de organisatie. Om te voldoen aan de NAVO-norm moet er zo’n 3 á 4 miljard euro bij.
Consistent beleid
Er moet bovendien consistent beleid worden gevoerd, liefst met een meerjarenbegroting, dan kan er pas weer écht structureel gebouwd worden aan een stevige defensieorganisatie.
De veiligheidssituatie vraagt daar om, het maatschappelijk draagvlak is er, nu is de politiek aan zet. Veiligheid heeft een prijs!