Q&A: waarom de FNV de loondeal niet tekende
Begin juli werden velen verrast door het plotselinge bericht in de media dat er voor rijksambtenaren, waaronder militairen, een akkoord wass gesloten over een loonsverhoging. De FNV, waar de AFMP deel van uitmaakt, heeft dit akkoord niet getekend. Waarom niet? Dat leggen wij graag uit aan de hand van deze vragen en antwoorden. FOTO: FNV-vicevoorzitter en pensioenonderhandelaar Ruud Kuin.
1. Wat is er in deze onderhandelaarsovereenkomst afgesproken?
In deze overeenkomst is afgesproken dat er voor het overheidspersoneel 2015 een loonruimte van 2,05% beschikbaar komt en er een incidenteel bedrag van €500 bruto zal worden uitgekeerd. Voor 2016 komt er 3% loonruimte beschikbaar. In totaal dus 5,05% loonruimte en € 500,- eenmalig.
2. Wordt dit geld allemaal extra beschikbaar gesteld door het kabinet?
Nee, een deel van dit geld, 2,2% komt beschikbaar door in te grijpen in de ABP pensioenregeling. 2,85% en een eenmalige uitkering van €500 is de zuivere loonruimte die door het kabinet over twee jaar beschikbaar wordt gesteld.
3. Waarom is er in dit loonakkoord sprake van een sigaar uit eigen doos?
Een deel van de loonsverhoging, 2,2% is geld dat al van de mensen is, maar werd gebruikt voor het inkomen van later, het pensioen. Dat geld wordt opgeteld bij het geld dat door het kabinet extra beschikbaar wordt gesteld als loonsverhoging. Daarmee wordt het beeld gegeven dat het kabinet het overheidspersoneel een forse loonsverhoging geeft. Dat is een onjuist en oneerlijk beeld omdat feitelijk een deel van het inkomen dat bestemd was voor het moment dat men niet meer werkt nu aan het overheidspersoneel wordt gegeven in plaats van later. Daarmee betaal je dus dat gedeelte van je loonsverhoging zelf.
4. Is de extra loonruimte van het kabinet van 2,85% over twee jaar en een eenmalige uitkering van €500 voor de FNV bonden voldoende?
De inzet van de FNV voor 2015 op het gebied van de loonontwikkeling is 3%. De inzet van de FNV op het gebied van de loonontwikkeling voor 2016 is nog niet vastgesteld, maar zal zeker geen 0% zijn. Het aanbod van het kabinet aan zuivere loonruimte van 2,85% over een periode van twee jaar lijkt dus nog ver verwijderd van de inzet van de FNV.
5. Waaruit is de 2,2% loonruimte die uit de ABP pensioenregeling komt opgebouwd?
0,8% is geld dat al door de eerdere versoberingen van het pensioen door Witteveen 2 en het in 2014 gesloten pensioenakkoord beschikbaar is gekomen. Deze 0,8% is voor de sector Defensie als gevolg van het 1e AVW deelakkoord in juni 2015 al met terugwerkende kracht aan het defensiepersoneel uitgekeerd. 1,4% komt beschikbaar door verder in te grijpen in de ABP pensioenregeling.
6. Uit welke ingrepen in de ABP pensioenregeling komt de resterende 1,4%?
Het gaat om twee ingrepen in de pensioenregeling. De eerste maatregel is om af te zien van de voorgenomen herstelopslag van 1%. Die herstelopslag is bestemd om te helpen om de dekkingsgraad van het ABP weer op een niveau te brengen zodat er in de toekomst weer geïndexeerd mag worden. De tweede maatregel bestaat uit het overstappen van loonindexatie naar prijsindexatie. Deze maatregelen hebben gevolgen voor zowel degenen die nu werken en nog pensioen bij het ABP opbouwen als voor de mensen die al pensioen van het ABP uitgekeerd krijgen.
7. Wat is het gevolg van het afzien van de herstelopslag van 1%?
Afzien van de herstelopslag heeft tot gevolg dat er minder geld in de ABP pensioenregeling wordt gestoken. Daardoor duurt het langer voordat de dekkingsgraad van de regeling boven het wettelijk vereiste niveau komt waarop het ABP mag overgaan tot indexatie.
8. Welk effect heeft 1% herstelopslag op de dekkingsgraad?
1% herstelopslag betekent dat er een bedrag van ongeveer €330 miljoen extra in de ABP-regeling wordt gestoken. Het vermogen van het ABP is op dit moment ongeveer €340 miljard. 1% premie heeft in één jaar daarom ongeveer een 0,1% hogere dekkingsgraad tot gevolg.
9. Wat is het gevolg van het overstappen van loonindexatie naar prijsindexatie?
Op dit moment gaat het ABP bij het berekenen van de pensioenverplichtingen voor de toekomst uit van loonindexatie. Men rekent daarvoor met een gemiddelde stijging van de lonen met 2,5%. Bij prijsindexatie rekent men met een gemiddelde stijging van de prijzen met 2%. Dit verschil heeft een lagere pensioenpremie tot gevolg. Overgang naar prijsindexatie scheelt daarmee ongeveer 2,4% premie en zou op jaarbasis ongeveer 0,24% minder dekkingsgraad betekenen.
10. Wat is het gevolg voor het pensioen als je er minder premie instopt?
Als je minder premie in het pensioen stopt wordt er ook minder pensioen opgebouwd. Als je nog maar kort pensioen op moet bouwen zal dat effect minder groot zijn dan wanneer je nog een lange tijd pensioen op moet bouwen.
11. Welke gevolgen hebben deze maatregelen voor de gepensioneerden die pensioen van het ABP ontvangen?
Voor de gepensioneerden lijkt het gevolg van deze maatregelen op de korte termijn redelijk beperkt. Op dit moment kan er al niet worden geïndexeerd. Door de wettelijke regels die door de overheid recent zijn aangepast zal dat ook langere tijd nog niet het geval zijn. Dat is zowel bij loonindexatie als prijsindexatie het geval. Prijsindexatie kan in dat opzicht zelfs wat gunstiger uitpakken omdat dan al bij een dekkingsgraad van 125% geïndexeerd mag worden. Bij loonindexatie is dat pas bij een dekkingsgraad van 130%. Daar staat echter tegenover dat als de premies dalen en de herstelopslag vervalt er eerder kans is dat er gekort moet worden.
12. Welke gevolgen hebben deze maatregelen voor de mensen die nu nog werken en pensioen bij het ABP opbouwen?
Voor de werkenden zullen de effecten voor mensen die nog lang pensioen op moeten bouwen waarschijnlijk groter zijn dan de mensen die al dicht tegen hun pensioen aanzitten. Voor jongeren lijkt het erop dat dit tot een in de toekomst mogelijk wel 15% lager pensioen zal gaan leiden. Daarnaast zal ook het langdurig niet indexeren een negatief effect hebben op het pensioen van jongeren.
13. Is het zeker dat deze gevolgen voor gepensioneerden en werkenden door deze maatregelen gaan optreden?
Een deel van deze effecten zal zeker optreden. Van andere effecten is het onzeker en hangt het af van factoren die nu nog niet goed genoeg kunnen worden overzien.
14. Als die gevolgen nog niet kunnen worden overzien is het dan wel verstandig om nu daarover al een besluit te nemen?
Nee, dat is niet verstandig. Dat is ook de reden dat de FNV-bonden meer tijd willen om beter inzichtelijk te krijgen wat de gevolgen en effecten van al deze ingrepen in de pensioenregeling kunnen gaan betekenen. Daarvoor zijn berekeningen met maatmensen en verschillende scenario’s noodzakelijk. Het is niet mogelijk die snel even te maken.
15. Is de FNV wel in dit proces betrokken geweest?
De verkenningen van het kabinet hebben in eerst instantie alleen met de FNV plaatsgevonden. Toen die verkenningen serieuze vormen aan begonnen te nemen zijn op verzoek van de FNV ook de andere vakcentrales en centrales van overheidspersoneel in dit proces betrokken.
16. Door wie is deze onderhandelaarsovereenkomst gesloten?
Deze overeenkomst is gesloten door de overheidswerkgevers met de vakcentrale CNV Overheid en publieke diensten en twee centrales van overheidspersoneel, het ambtenarencentrum (AC) en de centrale voor middelbare en hogere functionarissen (CMHF)
17. Waarom ontbreekt de FNV/ACOP daaraan?
Voordat tot onderhandelingen werd overgegaan hebben verkenningen plaatsgevonden om vast te stellen of onderhandelen zin had. De FNV heeft in overleg met de FNV-bonden van de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP) besloten niet over te gaan tot onderhandelingen.
18. Waarom hebben de FNV en ACOP niet mee onderhandeld?
De FNV/ACOP heeft tijdens de verkenningen vastgesteld dat er meer tijd nodig was. Tijd om goed te kunnen beoordelen wat de gevolgen zouden zijn van de door het kabinet voorgestelde maatregelen om loonruimte vrij te maken uit de pensioenen. Onderhandelen voordat de benodigde informatie beschikbaar was vond de FNV niet verantwoord. De FNV bonden hebben een flyer uitgegeven waarin dit nader wordt uitgelegd (kijk hiervoor op de website of op de achterkant van dit blad).
19. Waarom hebben de andere partijen ondanks die gebrekkige informatie dan wel onderhandeld met de overheidswerkgevers?
Dat is voor de FNV/ACOP niet helemaal duidelijk. Uit de publicaties van de andere partijen lijkt het erop dat zij bang waren dat door vertraging in het sluiten van een overeenkomst tijdens Prinsjesdag het geld door het kabinet aan andere zaken zal worden besteed en dat de overheids- en onderwijswerknemers die loonruimte dan mis zouden lopen.
20. Hebben de FNV bonden die angst om het extra geld mis te lopen dan niet?
De FNV/ACOP heeft zich in ieder geval niet onder druk willen laten zetten om een akkoord te sluiten die het pensioen van 2,8 miljoen mensen raakt zonder dat alle gevolgen voldoende inzichtelijk zijn gemaakt. Daarnaast zijn de FNV-bonden van mening dat een groot deel van het geld dat nu in het loonakkoord als extra geld door het kabinet wordt aangeboden al eerder door het kabinet in de begroting was opgenomen. Er moest alleen nog worden onderhandeld om het op tafel te krijgen.
21. Was er dan geen informatie over de pensioengevolgen beschikbaar voordat de andere partijen gingen onderhandelen met het kabinet?
Ja, er was wel informatie beschikbaar. Die informatie was echter niet volledig en leidde tot veel discussie onder bestuurders, kaderleden en pensioendeskundigen binnen de FNV. Onder de pensioendeskundigen van de FNV bestond er op basis van die informatie geen overeenstemming over de gevolgen voor de verschillende groepen deelnemers aan het ABP.
22. Heeft ledenraapleging door de andere centrales nog zin of is dit een definitief resultaat?
De andere centrales gaan nog een ledenraadpleging houden. In de onderhandelaarsovereenkomst is echter de tekst opgenomen dat de partijen door hun handtekening gebonden zijn aan deze afspraken. Er lijkt dus nog weinig ruimte te zijn voor een andere uitkomst als gevolg van de ledenraadpleging door de andere centrales.
Een goede deal, maar voor wie? Even snel een rekensom!
Het Kabinet geeft het beeld dat zij het meeste bijdragen aan de loonsverhoging van 5,05%, maar is dat eigenlijk wel zo? Reken even met ons mee:
- Stel je salaris is € 2.000,- bruto per maand.
- Van je loonsverhoging betaal je 2,2% zelf uit je pensioen, in dit geval is dat 44 euro bruto per maand.
- Het Kabinet brengt 2,85% van je loonsverhoging in, in dit geval 57 euro bruto per maand.
- Dit komt op een totaal van 101 euro bruto per maand.
- Als we ervan uit gaan dat er gemiddeld 40% belasting wordt betaald over die 101 euro is dat 40,40 euro per maand.
- Het komt er op neer dat jij 44 euro bijdraagt en feitelijk brengt het Kabinet netto een bedrag van 16,60 euro per maand in voor jouw loonsverhoging.
Hoe nu verder?
Wij gaan de komende weken onderzoeken wat de gevolgen zijn van de maatregelen. We gaan praten met leden en niet leden over deze afspraak en hoe we kunnen zorgen dat we tot een afspraak kunnen komen die wel goed is. We informeren onze leden en kaderleden over de inhoud van het akkoord en ons standpunt. Schiet dus vooral even een kaderlid aan om wellicht nog mondelinge toelichting te geven. Ondertussen blijven we in het overleg praten over arbeidsvoorwaarden en daar horen ook loonontwikkeling en een goed pensioen bij.