In de baas zijn tijd
Veel fase 2 militairen beschikken over een individuele opleidingsaanspraak voor het volgen van een opleiding in de aanloop naar hun loopbaan buiten Defensie. Over de duur hiervan zijn duidelijke afspraken gemaakt tussen hen, hun commandant en hun loopbaanbegeleider.
In een ministeriële regeling zijn de (maximum)vergoedingen bepaald van de opleidingskosten. In artikel 16A ‘Verbreding van de loopbaan’ en artikel 16bis ‘Individuele opleidingsaanspraak’ van het AMAR staan alle opleidingsspelregels. Helaas wordt er in de dagelijkse praktijk te vrijblijvend omgesprongen met beide artikelen.
Een commandant is verplicht een militair vrij te stellen van werk als zijn opleiding of de nodige voorbereiding hierop tijdens arbeidstijd plaatsvindt. Slechts vanwege ‘zwaarwegende redenen van dienstbelang’ mag hij hierop een uitzondering maken. De afgelopen tijd klopten diverse militairen bij mij aan die officieel aanspraak maken op een opleiding, maar hiervoor niet of nauwelijks de tijd krijgen.
Via mijn collega-sectorhoofden van de luchtmacht en de marine en via de afdeling individuele belangenbehartiging van de AFMP hoor ik vergelijkbare kritische geluiden. De opleidingsplannen van militairen lopen dus (te) vaak spaak. Een veelgehoord argument is dat de taken van een militair die tijdens werktijd een opleiding wil volgen niet simpelweg door een ander kunnen worden overgenomen. Een argument, waarbij wordt verwezen naar het grote aantal onvervulde vacatures.
Uit de losse pols kan ik echter zo al een paar ideeën bedenken hoe een militair, ook in de huidige tijd van personeelskrapte, alle tijd kan krijgen voor een opleiding. Het allerbelangrijkste is echter dat als er een afspraak is gemaakt over het volgen van een opleiding, Defensie deze ook nakomt, ongeacht het aantal vacatures.
Maak jij als militair aanspraak op een opleiding, maar wordt hiervoor geen tijd ingeruimd? Zorg er dan voor dat je bij AFMP’s sectorhoofden op de radar komt of stuur hierover een mail aan mij. De komende tijd verzamelen wij alle meldingen, zodat ons duidelijk wordt hoeveel leden tegen dit probleem aanlopen. Vervolgens kaart ik dit persoonlijk aan bij de landmacht, terwijl mijn collega’s hun stem laten horen bij de luchtmacht en de marine.
Het belangrijkste punt dat ik bij de landmacht zal overbrengen, is dat de personeelstekorten bij Defensie niet mogen worden afgewenteld op fase 2 militairen met een opleidingsbehoefte. Een goede werkgever stelt haar werknemers namelijk in staat om zich voortdurend te blijven verbeteren en te ontwikkelen. En gedegen opleidingen zijn hiervoor onontbeerlijk.