Dagboek van een sectorhoofd (deel 2)
Om een fris beeld te krijgen van de eenheden op de eilanden Aruba, Caraçao en Sint Maarten, bezoekt sectorhoofd Arjen Rozendal vanaf zaterdag 26 mei de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Lees hier het tweede deel van zijn dagboek.
Dag 4
Gesprek MC Parera
Vandaag is een reisdag, Ik vertrek om 12:30 naar Aruba, maar voordat ik de auto inlever, praat ik op de kazerne met de MC Parera. Deze MC heeft een sterke vertegenwoordiging, maar vandaag zijn er van de leden slechts vier mariniers aanwezig, waarvan één lid is van de AFMP. De werkdruk maakt het MC-werk niet eenvoudig om erbij te doen. Het valt me op dat vooral de grote thema’s de MC bezighouden en veel van deze zaken raken de positie van de in het buitenland geplaatste medewerker. Een plaatsing op Curaçao of één van de andere eilanden ziet men niet altijd als een buitenlandplaatsing. Hierdoor voelen medewerkers zich niet altijd voldoende gewaardeerd en ik geloof dat ze echt wel meer waardering verdienen. Hier speelt de nasleep van orkaan Irma verleden jaar een grote rol in. Zo is een groot deel van de vaste bemanning langdurig voor de hulpverlening op Curaçao ingezet, vaak zestien tot twintig uur per dag. Omdat dit niet tot het inzet gebied behoorde, krijgen ze vaak niet meer dan een schouderklopje.
Dag 5, Aruba
Werkbezoek Marinierskazerne Savaneta
Gesprek Kazerneadjudant: Terwijl ik vanuit Nederland contacten opbouwde, vroeg ik mensen op de eilanden op welke dag we elkaar konden treffen. Het steevaste antwoord: maandag. Hierdoor was ik bang op vrijdag een lege kazerne aan te treffen. Gelukkig was mijn aangewezen POC, de Kazerneadjudant, vandaag beschikbaar. We praatten uitgebreid over wat er speelt op en om de kazerne en in grote mate spelen op Aruba dezelfde dingen als op Curaçao. We hebben een aanvang gemaakt met een rondje over de kazerne en die eindigde om 10.00 uur al snel in het Goudenbal voor de koffiebreak.
Ingang van marinierskazerne Savaneta op Aruba
Gesprek groep OOFF
In het Goudenbal sprak ik met vijftien OOFF over allerlei zaken die veel overeenkomsten hadden met gesprekken die ik had op het vorige eiland. Uit die gesprekken merkte ik vooral hoeveel waardering er is voor het feit dat de AFMP de moeite neemt om naar de eilanden te komen. Daarnaast was er veel waardering voor de prestaties van de AFMP in de media. Verder viel me op dat de werkgever hier anders omgaat met het toekennen van faciliteiten na een verlenging op functie. Gelukkig kan een mondige collega die probeert te onderhandelen daarin succesvol zijn.
Gesprek lid MC Savaneta/BMCB
Bij de kazerneadjudant had ik aangegeven ook graag te spreken met de MC of iemand van de MC. Dat kon en na een rondje over het terrein kwam ik een MC-lid tegen, met een bekend gezicht. Terwijl we elkaar de hand schudde, kon ik me alleen maar afvragen waar we elkaar eerder hadden gezien? Bijeenkomst BMCB te Den Haag. Check! Na het gesprek met de groep OOFF zocht ik het MC-lid op om te praten over de positie van de MC. Deze blijkt niet heel stevig te zijn en de HDE neemt daardoor zijn ruimte dus heb ik de nodige adviezen gegeven. Daarnaast kwamen ook hier een aantal bekende onderwerpen langs. Ook spraken we over het gebrek aan faciliteiten wanneer een plaatsing in Nederland volgt op een plaatsing in de CARIB. Verder spraken we over de werking en de invloed van de BMCB. Ik begrijp niet waarom we hierover niets meer horen naar de bijeenkomst in Den Haag. Het blijkt dat men wel vol aan de slag is gegaan met de daar gegeven pointers, maar dat de BMCB maar een paar man sterk is en de HDE (Cdt DCIOD) daar (mis)bruik van maakt.
Gesprek met Mariniers en kader
Afsluitend sprak ik met een groep Mariniers en het daarbij behorende kader (ongeveer 15 pax). De mannen kwamen net binnen vanuit een oefening en kregen een maaltijd van de baas. Een stapel brood met wat plakken vleeswaren en hagelslag, weg te spoelen met halfvolle melk en een yoghurtje. Dit was volgens de meerderheid een karige maaltijd en verre van verantwoordelijk. Het zou model moeten staan voor wat er dagelijks in het restaurant wordt geserveerd, maar omdat daar van de week een brand was geweest, kon ik dat niet toetsen. Tijdens het eten bleek dat de meesten voor een CARIB-plaatsing kozen om de ervaring, maar het is moeilijk om rond te komen als marinier of KPL. Vooral omdat de werkgever er een sport van lijkt te maken om als het even kan, de mannen een paar dagen te kort te plaatsen. Hierdoor vallen de mannen nét buiten een aantal faciliteiten. Het cynisme naar de werkgever was binnen de groep duidelijk groter dan de OOFF en het vertrouwen in de werkgever is hier lager dan ik had verwacht.
Dag 6
Gesprek CDTSAV
Op bezoek bij de commandant werd duidelijk dat we over bepaalde onderwerpen zeer verschillend dachten. Zo spraken we na een kort gesprek over AVW plotseling over de verhuizing van de Marinierskazerne in Doorn, iets waar we duidelijk andere meningen over hadden. Ik heb dit onderwerp maar geparkeerd met de opmerking dat we het vanzelf gaan meemaken en dat ik voor het personeel hoop dat er snel duidelijkheid is. We spraken over de O&F en de relatie tot de werkzaamheden en de werkdruk, de positie en inzet van de ARUMIL. Tenslotte hadden we het over enkele opvallende zaken die mij veelvuldig waren verteld in gesprekken. Waar de Cdt eerder onderuitgezakt in zijn stoel zat, zat hij plots rechtop in zijn stoel. Hierdoor duurde de afspraak twee uur in plaats van het ene uur dat we gepland hadden. De Cdt bedankte me hartelijk voor de feedback, het spiegelen en voor de adviezen.
Afspraak KMAR
Na de afspraak op Suffisant met de KMAR, had ik op Savaneta eenzelfde gesprek met drie Marechaussees. Inhoudelijk was het een gesprek van dezelfde orde alleen kon ik hier de toevoeging doen dat ik inmiddels heb begrepen de DCIOD zeer wisselend omgaat met de door de KMAR en het marinepersoneel ervaren problematiek. Als je bij de DCIOD onderhandelt of een grote mond opzet, krijg je bij verlenging op functie BTL wel de resterende vergoeding van de opstart. Dat is natuurlijk zo krom als het maar zijn kan. Daarbovenop zou op Intranet staan dat je recht hebt op die toelage. Verder waren het vooral onderlinge discussies waaruit het voor mij duidelijk werd het voor een adjudant met gezin vele malen gemakkelijker is om rond te komen in CARIB dan voor een (opper)wachtmeester.
Vervolgafspraak lid BMCB
Vrijdag hadden het BMCB-lid en ik beiden het gevoel dat we de zaken die spelen rondom de BMCB niet voldoende hadden besproken dus zijn we nog een keer bij elkaar gekomen. Hij liet me zien wat ze hebben gedaan naar de Cdt en de achterban. De Cdt ontving voorstellen voor AA’s en de achterban ontving een folder en een nieuwsbrief om ze inhoudelijk te informeren, maar ook om zo op de hoogte te houden van het overleg en de gang van zaken met de Cdt DCIOD. Hieruit bleek vooral dat de Cdt zaken draineert en mijn advies was dan ook om nog één keer stevig mee aan de slag te gaan en als dat niet helpt, gelijk te escaleren naar het SOD. Ik kreeg de indruk dat de BMCB weldegelijk werk verzet en haar best doet, maar ook dat het vooral afhangt van een aantal welwillende leden waardoor het werk slechts door een paar schouders wordt gedragen.