VO vraagt duidelijkheid van ABP over pensioen
Namens het gepensioneerdenoverleg vraagt het ABP-verantwoordingsorgaan (VO) duidelijkheid van het pensioenfonds over een alinea in het UPO 2019, die gaat over een mogelijke pensioenkorting.
Deze vraag legt het VO neer bij het ABP naar aanleiding van de vraag van een ex-militair. Die vraagt zich af waarom in het UPO niet wordt vermeld dat bij ex-militairen niet kan worden gekort op het pensioengedeelte dat is opgebouwd vóór 1 juni 2001. Op deze datum zijn de pensioenen van militairen overgeheveld van het ministerie van Defensie naar het ABP. Na een recent gesprek met het APG is de ex-militair bezorgd over een dreigende korting op zijn pensioen. Hierin gaf de medewerker van het APG namelijk aan dat als er sprake is van een korting, deze ook bij militairen van toepassing is op het vóór juni 2001 opgebouwde deel. Het VO spreekt het ABP nu aan op een mogelijk verkeerde voorlichting aan de ex-militair. In bijlage 1 van de pensioenregeling, die deel uitmaakt van het onlangs afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord 2018-2020, staat namelijk dat Defensie de vóór 1 juni 2001 opgebouwde pensioenafspraken separaat financiert. Volgens deze regeling is een eventueel door het ABP toegepaste korting niet van toepassing.