31 maart 2022

Portret van wijlen José Setz, oud-hoofdbestuurder Ons Belang

De onlangs overleden José Setz-Van Eijk was een van de pioniers in de feminisering van de krijgsmacht. Zij was in 1979 de enige en eerste vrouw die ‘horizontaal’ mocht instromen om het tekort aan onderofficieren aan te vullen. Twee jaar later werd zij de eerste vrouwelijke hoofdbestuurder van Ons Belang, de voorloper van de AFMP. Bauke Snoep, oud-vicepresident van Ons Belang. “José bracht altijd de ‘zachte‘ kant in, met vragen als: wat betekent dit besluit eigenlijk voor de betrokkenen?”

Tekst: Fred Lardenoye

Of ze het niet ‘onvrouwelijk’ vond om zich bezig te houden met schieten, handgranaten gooien en het graven van een schuttersputje, wilde de Leidse Courant op 27 oktober 1971 van haar weten. José Setz-Van Eijk, destijds 40 en net gereed met de Algemene Militaire Opleiding (AMO) aan de KMS, antwoordde genuanceerd. “Natuurlijk hoor je mij niet zeggen dat die activiteiten het toppunt van vrouwelijkheid vormen, maar je moet dat in het totale pakket zien. Ik was ook druk bezig met bedrijfsvorming, leiding geven, militair recht en gezondheidszorg. Die fysieke, puur militaire zaken horen er natuurlijk bij, maar vallen straks wat weg als ik werk als administrateur.” 

KMS

Toen Setz als enige vrouw van de eerste 26 horizontale instromers in 1979 op de KMS werd opgeleid, stond de opmars van vrouwen in de krijgsmacht nog in de kinderschoenen. Voor die tijd had ze al veel ervaring opgedaan als hoofd administratie bij verschillende bedrijven. Zij was destijds de eerste vrouw die aan een dergelijke carrière in de Landmacht begon en die niet behoorde tot de MILVA. Ze was dan ook een vreemde eend in de bijt. Terwijl doorgaans zes man op een kamer werden gelegerd, kreeg zij de beschikking over een even grote kamer voor haar alleen. Destijds vertelde ze daarover: “De KMS was voor mij niet zo’n plezierige tijd als voor de anderen. Ik had me niet gerealiseerd dat er in het leger zo uitzonderlijk tegen vrouwen werd aangekeken. Ik was de eerste vrouw op de KMS en dat hield bijvoorbeeld in dat ik alleen in een gebouw zat. Een wat eenzame periode.” 
Dat ze een opvallende verschijning vormde in het leger, daar had ze minder moeite mee. “Tja, als je nieuw in een kazerne komt, word je wel eens nagefloten door een stuk of wat jongens. ‘Na een paar dagen is dat over,’ denk je dan. Je tilt niet meer zo zwaar aan zulke dingen als je 40 bent.” Het was vooral de functie van sergeant-majoor administratie (SMA) die haar in de wervingsfolders zo had aangetrokken. “Als je daar bijvoegt dat ik politiek gezien ons Defensiesysteem wel zie zitten en daar zelf best wel een steentje aan wil bijdragen, dan resten er eigenlijk geen bezwaren.”    

Ons Belang

Ondanks de opleiding die zij zelf als ‘erg zwaar’ typeerde, slaagde Setz voor de AMO aan de KMS en dat gold ook voor de opleiding aan de Hogere Onderofficieren School (HOOS) in Breda en het Opleidingscentrum Militaire Administratie in Middelburg. Vervolgens werd haar wens voor een plaatsing in het noorden vervuld en werd zij SMA op de Johan Willem Frisokazerne in Assen.
Net als de meeste onderofficieren was zij inmiddels lid van ‘Ons Belang’, de vereniging van onderofficieren die in 1991 zou opgaan in de AFMP. In de jaren zestig was ze al enige tijd politiek actief geweest, dus dat zij in 1981 als eerste vrouw gekozen werd in het Hoofdbestuur van Ons Belang zal geen toeval zijn geweest.
Bauke Snoep (76), destijds vicepresident van de onderofficiersvereniging en later voorzitter van de AFMP, kan zich haar nog goed herinneren. “Ik kwam in 1983 in het Hoofdbestuur van Ons Belang, dus toen zat zij daar al in. Zij werkte toen overigens nog gewoon in Assen, want destijds waren hoofdbestuursleden niet vrijgesteld van dienst. Zij zat net als ik in die periode in verschillende werkgroepen.”

Pakketvergelijking
Zo leverde Setz een belangrijke bijdrage aan een van de belangrijkste mijlpalen in de militaire vakbondsgeschiedenis, de zogeheten ‘pakketvergelijking’ halverwege de jaren tachtig. Dit betrof een vergelijking tussen militairen en burgerambtenaren van Defensie en in brede zin tussen de overheid en de marktsector. Het voorstel dat het ministerie van Defensie in maart 1986 naar aanleiding van de Pakketvergelijking deed om de achterstand voor militairen weg te werken, werd in het Centraal Georganiseerd Overleg Militairen door Setz en Hoofd Sectie Overleg Jan Heckers namens Ons Belang afgewezen. Helaas dacht het merendeel van de Defensiebonden daar anders over. Snoep: “Dat was een gemiste kans, want tot op de dag van vandaag zijn er nog steeds verschillen tussen militairen en burgerambtenaren bij Defensie.”
Snoep beaamt dat Setz een belangrijke rol speelde in het bestuur van Ons Belang. “Zeker, want destijds speelde ook de discussie of wij ons als onderofficiersvereniging voor KL en KLu moesten openstellen voor de marine en dan ook voor alle rangen. En in dezelfde tijd was er een discussie over het al dan niet aansluiten bij een ambtenarencentrale.” Ons Belang was uit de Ambtenarencentrale (AC, red.) gestapt en zocht een alternatief. Uiteindelijk sloot Ons Belang zich net als de VVDM aan bij de ACOP, waarmee de weg werd bereid voor de latere aansluiting bij de FNV. Volgens Snoep verliet Setz het Hoofdbestuur in 1988. “Want toen moest ik het stokje in de Werkgroep Sociale Rechtstoestand overnemen omdat zij vertrok. Ik denk dat ze het na een jaar of zeven welletjes vond.”

Vrouwelijke voorzitter
Snoep heeft alleen maar goede herinneringen aan Setz. “Ik vond het heel fijn dat José in het bestuur zat. Ik heb sowieso het werken met vrouwen in de krijgsmacht altijd fijn gevonden. Kerels ouwehoeren altijd heel rationeel. Het is links of rechts, een middenweg kennen we vaak niet. José hief dan in bestuursvergaderingen altijd haar vinger op en zei: Meneer de president - want zo spraken we de voorzitter toen aan - heeft u wel hier en daar aan gedacht? Zij bracht altijd de ‘zachte’ kant naar voren: wat zijn de consequenties? Wat betekent dat voor deze en gene? Vrouwen zorgden altijd voor een belangrijke nuancering, ook in je gedrag als mannelijke militair. Aan de bestuurstafel gold dat ook.”       
Snoep weet niet meer zeker of Setz ook de aanjager was van de Werkgroep Vrouwen in Ons Belang, waarin gediscussieerd werd over de verschillen tussen mannen en vrouwen in carrière en inkomen en over positieve discriminatie. In elk geval bleef de positie van vrouwen in de krijgsmacht ook na het Hoofdbestuurslidmaatschap van Setz hoog op de agenda met onder meer halverwege de jaren negentig de instelling van een speciale AFMP-contactpersoon voor vrouwen. De opmars van vrouwen in de AFMP zelf werd in mei 2013 bekroond met de benoeming van Anne-Marie Snels tot eerste vrouwelijke voorzitter van de AFMP.

Mannenmaatschappij
Setz verliet de krijgsmacht met FLO op haar 55ste en keek altijd met trots terug op haar legercarrière. Niet voor niets was een van haar laatste functies die van voorlichter bij het Regionaal Informatie Centrum in Haren, van waaruit ze op scholen en beurzen jongeren probeerde te interesseren voor een baan bij Defensie. Aan de Leidse Courant liet zij vlak na haar intrede al weten dat het haar als vrouw in de krijgsmacht goed beviel. “Natuurlijk is het leger een mannenmaatschappij, maar dat is een bankinstelling toch ook? Voor mij is de krijgsmacht gewoon een groot bedrijf. Een bedrijf waar tot nu toe niet veel vrouwen werken, maar dat vind ik geen belemmering.”
Tegenover de krant meldde ze ook dat het thuisfront haar opvallende carrièreswitch wist te waarderen. “Mijn dochters vinden het wel leuk, maar hebben zelf geen plannen in die richting. En mijn man stimuleerde het sterk en heeft er ook geen problemen mee. Het past helemaal in ons gezin en roept geen problemen op.” Volgens haar dochters Anita en Marischka heeft ze ook niet voor niets een ordner bewaard vol knipsels en foto’s van haar loopbaan bij Defensie.   
De trots is er nu, na haar overlijden, nog steeds bij hen. Op het rouwkaartje schrijven ze over hun moeder: ‘Heel bijzonder; heel gewoon. Gewoon een heel bijzonder persoon.’   

Dit artikel is, samen met een artikel over ‘Vrouwen in de krijgsmacht’, gepubliceerd in de op 25 maart verschenen editie van ons ledenmagazine OpLinie. Dit nummer kun je ook lezen via onze ledenapp.

Meer over:
Vereniging