Opnieuw bezoekt de deurwaarder defensie
De rechter in kort geding in Den Haag heeft in zijn uitspraak van 21 december de vorderingen van de defensiebonden afgewezen. Uit de uitspraak wordt duidelijk dat de kort gedingrechter van oordeel is dat er een afspraak tussen defensie en de bonden zou bestaan, waaruit blijkt dat de pensioenregeling voor militairen sedert 1 januari 2019 gebaseerd is op middelloon.
Wij - en dat zijn alle centrales van overheidspersoneel bij defensie - hebben die uitspraak goed bestudeerd en ook naast de uitspraak van de kort gedingrechter in Amsterdam gelegd. Wij zijn nog steeds van mening dat een dergelijke afspraak niet is gemaakt. Dat alleen al was voldoende aanleiding om ons niet neer te leggen bij de uitspraak. Dat de rechter in Amsterdam, in een overigens veel beter onderbouwd vonnis, het bestaan van een duidelijke middelloonafspraak ook niet ziet, zien we als steun.
We hebben derhalve besloten om spoedappèl in te stellen. De deurwaarder heeft de hoger beroepsdagvaarding op 7 januari 2019 betekend. Met het overhandigen van de appèldagvaarding aan 'de Staat der Nederlanden' is het hoger beroep gestart. Wij hebben de verwachting dat de behandeling in beroep meer tijd in beslag zal nemen dan de kort gedingrechter in Den Haag nodig had. Zodra daarover meer informatie beschikbaar is, zullen we dat bekend maken.