Missie Mali: veiligheid moet voorop staan
Het kabinet overweegt een grote militaire bijdrage te leveren aan de VN-vredesmissie in Mali. Gedacht wordt aan het sturen van 300 tot 400 mensen. De AFMP/FNV vindt de missie naar Mali op zich een prima politieke keuze, zegt voorzitter Anne-Marie Snels, die het als een belangrijke taak voor Nederland ziet. “Maar als de militairen naar Mali gaan, dan moet er wel voldoende capaciteit zijn om de veiligheid van de militairen te waarborgen. Ook moeten de regels voor uitzendbescherming in acht worden genomen.” Dit betekent dat er na een periode van 4 of 6 maanden uitzending een periode is van tweemaal de uitzendperiode, hetgeen dus neerkomt op een tijdspanne van respectievelijk 8 of 12 maanden waarin de militair niet op uitzending is.
De AFMP wil dat Nederland duidelijke afspraken maakt met VN-partners in het Noord-Afrikaanse land, zei Anne-Marie Snels op 19 oktober 2013. Volgens de voorzitter kan een missie in Mali een 'mooie testcase' zijn voor Defensie, dat ondanks de bezuinigingen denkt dergelijke internationale missies goed te kunnen uitvoeren. De militaire vakbond vindt het wel belangrijk dat er 'echt voldoende capaciteit' naar het land gaat. ,,We willen geen herhaling van Srebrenica.'' Snels liet weten nog niet met het Ministerie van Defensie over de personele aspecten van deze missie gesproken te hebben
Inlichtingen en opleiden
Bij deze missie gaat het naar verwachting onder meer om de inzet van elite-eenheden van commando's en mariniers die inlichtingen moeten gaan verzamelen in het noorden van het Afrikaanse land. Vier Apache-gevechtshelikopters gaan mee om hen te beschermen. Verder is het de bedoeling om instructeurs van de landmacht en politiemensen mee te sturen. Zij moeten het Malinese leger en de politie gaan trainen. Over de exacte omvang en invulling van de missie wordt nog overlegd door de betrokken ministeries. Binnen enkele weken hakt het kabinet de knoop door, zo melden verschillende nieuwsbronnen, die daarbij aantekenen dat de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie er tot die tijd niets over willen zeggen.
Fact-finding
Begin september vertrok al een groep militairen naar Mali om onderzoek te doen naar wat Nederland zou kunnen bijdragen aan de VN-missie. Voor de zomer liet het kabinet al weten de wenselijkheid en mogelijkheid van een bijdrage aan de missie te onderzoeken. De VN-missie MINUSMA (Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali) moet stabiliteit terugbrengen in het land, dat begin dit jaar bijna werd overgenomen door islamitische extremisten uit het noorden. De VN-missie ging 1 juli van start na oplaaiend geweld in Mali. Het noorden van het land viel vorig jaar maart in handen van moslimextremisten en rebellen. Frankrijk greep in met een militair offensief. Uiteindelijk moeten ruim twaalfduizend VN-militairen en -politiemensen zijn gestationeerd in Mali. Er zijn er nu echter nog maar ruim vijfduizend. De missie staat onder leiding van oud-minister Koenders. Deze week deed hij bij de Veiligheidsraad nog een oproep. "We worden ernstig op de proef gesteld", zei Koenders.
Moslimextremisten
Mali ligt ingeklemd tussen Algerije, Burkina Fasso, Guinee, Ivoorkust Mauritanië, Niger en Senegal. Er wonen circa 15 miljoen mensen, van wie 10% in hoofdstad Bamako. Hoewel Mali een van ’s werelds grootste goudproducenten is, profiteert niet de bevolking hiervan maar buitenlandse investeerders, waardoor Mali wrang genoeg een van de armste landen ter wereld is.
Voorbeeld andere missies
De vraag is of deze missie als voorbeeld kan worden gezien voor de toekomst, aangezien in de Nota over de toekomst van de Krijgsmacht staat dat een paar kleine missies mogelijk moeten zijn. Anne-Marie Snels: "Ik hoop dat er voldoende capaciteit voor is, want zoals ook minister Hennis zei: we zakken langzaam door het ijs bij Defensie. Maar dit is wel een hele belangrijke taak en dat is ook waar defensiemedewerkers voor staan."