Altijd Draaginsigne Gewonden bij PTSS
Militairen hebben zonder meer recht op de toekenning van een Draaginsigne Gewonden als bij hen een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is vastgesteld die kan worden toegeschreven aan werkzaamheden in oorlogsomstandigheden. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald.
Centraal in deze zaak staat een Bosnië-veteraan die aan zijn oorlogservaringen in Sarajevo een blijvende gehoorbeschadiging en psychische klachten heeft overgehouden. De zaak spitste zich toe op de psychische klachten. Dat de veteraan tijdens zijn uitzending bloot heeft gestaan aan gevaar, dreiging en tal van oorlogshandelingen is bij de beoordeling van deze aanvraag niet betwijfeld.
Defensie wees het DIG uiteindelijk af omdat het letsel niet een direct gevolg is van een concrete gevechtshandeling of aan geweldgebruik gerelateerde activiteit waarbij de militair daadwerkelijk persoonlijk gevaar liep. Het DIG wordt op grond van het Besluit Draaginsigne Gewonden toegekend aan alle gewezen militairen die het koninkrijk dienen of hebben gediend onder oorlogsomstandigheden of daarmee overeenkomende situaties. Dat geldt ook voor internationale vredesmissies binnen en buiten VN-verband.
Criteria
Op basis van het Besluit moet voldaan zijn aan de volgende toekenningscriteria:
Er moet sprake zijn van een ernstige lichamelijke verwonding en/of een psychisch letsel of een daarmee vergelijkbare aandoening met blijvende gevolgen;
Het voorval moet hebben plaatsgevonden tijdens plichtsvervulling als militair;
Er moet sprake zijn (geweest) van oorlogsomstandigheden of daarmee overeenkomende situaties (zoals vredesoperaties);
De rechthebbende moet in leven zijn ten tijde van de uitreiking.
Psychisch letsel
In het Besluit wordt erkend dat het vaststellen van de aard en ernst van psychisch letsel aanzienlijk moeilijker is dan het vaststellen van een lichamelijke verwonding. Psychisch letsel kan ook vele jaren na de missie aan de oppervlakte komen, in de vorm van de zogenoemde posttraumatische stress stoornis (PTSS).
Psychisch letsel wordt als grond voor toekenning aanvaard:
- Als betrokkene daarvoor is gerepatrieerd en ter behandeling is opgenomen dan wel ambulant behandeld is geweest;
- Als op een later tijdstip PTSS wordt vastgesteld;
- Als uit een verklaring van het hoofd afdeling individuele hulpverlening (AIH), het hoofd afdeling psychiatrie/ Centraal Militair Hospitaal (CMH) of een civiele psychiater blijkt dat het psychisch letsel het directe gevolg is van oorlogs- of daarmee vergelijkbare omstandigheden.
Aanvullende criteria
Tot zover was er eigenlijk dus niets aan de hand voor militairen die in oorlogsomstandigheden ervaringen hebben opgedaan die tot psychisch letsel als bijvoorbeeld PTSS kunnen leiden. De schoen begon echter te wringen toen er ná de vaststelling van het Besluit door Defensie nog twee aanvullende criteria werden gesteld. Die staan genoemd in het Beleid toekenning Draaginsigne Gewonden (2012) en in de Verbijzondering van de richtlijnen (2015).
“Het letsel dient een direct gevolg te zijn van een concrete gevechtshandeling of aan geweldgebruik gerelateerde activiteit van strijdende partijen of derden gericht tegen de gewonde militair, waarbij de militair daadwerkelijk direct persoonlijk gevaar liep. Hieronder is niet begrepen het oplopen van een trauma als gevolg van het zien van schokkende beelden of gebeurtenissen aangaande anderen dan de verwonde militair. Onder het begrip ‘gevechtshandelingen’ wordt begrepen: iedere situatie binnen de taakopdracht van de desbetreffende militair waarbij sprake is van vijandelijk optreden met indirect vuur, direct vuur of hiermee vergelijkbaar gevechtscontact, dan wel van enige andere vorm van excessieve geweldsuitoefening jegens de militair.”
Uitspraak CRvB
Op basis van deze nadere voorwaarden zijn veel DIG-verzoeken van militairen met PTSS afgewezen. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2016 maakt inzichtelijk wat de toekenningsvoorwaarden zijn voor een DIG als de militair psychisch letsel (in het bijzonder PTSS) heeft opgelopen onder oorlogsomstandigheden.
Onderscheid
De Raad benadrukt dat voor het toekennen van het DIG onderscheid wordt gemaakt tussen lichamelijk en psychisch letsel. Wanneer het psychisch letsel het gevolg is van plichtsvervulling onder oorlogsomstandigheden, voorziet het Besluit naar het oordeel van de CRvB in toekenning van het DIG.
Daarmee geeft de CRvB een andere uitleg aan het toepassingsbereik van het begrip ‘letsel’. Psychisch letsel hoeft volgens de Raad namelijk niet het gevolg te zijn van een ongeval dat een direct gevolg moet zijn van activiteit of invloed van strijdende partijen. Die bepaling is bedoeld om lichamelijk letsel uit te sluiten dat bijvoorbeeld het gevolg is van een verkeersongeluk. Zo’n voorwaarde dan ook stellen aan psychisch letsel is naar het oordeel van de Raad echter een brug te ver.
Wonderlijk
De vaststelling dat de ervaringen van de militair bij uitvoering van de dienst (in oorlogsomstandigheden of daarmee overeenkomstige situaties) hebben geleid tot PTSS (zoals blijkt uit de DSM IV-Classificatie) is voldoende om te komen tot een toekenning van de DIG. Defensie had de plank misgeslagen door aan militairen met psychisch letsel automatisch dezelfde extra voorwaarden te stellen als aan militairen met lichamelijke verwondingen. Daardoor waren ten onrechte te strenge criteria gehanteerd voor de toekenning van een DIG aan (oud-)medewerkers met PTSS.
Dat is wonderlijk, gezien de taak die Defensie zichzelf een aantal jaren eerder oplegde naar aanleiding van Kamervragen. Defensie zou het initiatief nemen om militairen die als gevolg van hun plichtsvervulling PTSS oplopen, in aanmerking te brengen voor een DIG. Dat zou drempelverlagend hebben moeten werken. Met de uitspraak van de CRvB heeft Defensie nu echter een duidelijk handvat om militairen die in oorlogsomstandigheden psychisch gewond zijn geraakt een DIG toe te kennen.