Flexibel Personeels Systeem: 'Quick wins'
Het Flexibel Personeelssysteem (FPS) is toch wat minder flexibel dan gewenst. Er zijn twee snelle maatregelen in de maak die op korte termijn tot verbetering moeten leiden, de zogenoemde 'quick wins'. Dit zijn: verlenging van de maximale functieduur en het loslaten van de sollicitatieplicht voor de onderbouw.
Hieronder de ontwikkelingen in het overleg (Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid). Agenda's, verslagen en overige relevante stukken vindt u onderaan dit journaal als bijlagen.
28 mei 2014
Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid.
Defensie stelt randvoorwaarden voor (zie ook brief 7 mei 2014).
De maatregel om de verplichte sollicitatie los te laten voor een deel van het militaire personeel zal betrekking hebben op militairen die zich in FPS fase 1 en 2 bevinden. Het betreft dus de militairen tot en met de rang van sergeant 1 (bij de marine: sergeant) en voor de overigen tot en met de rang luitenant, kapitein en wachtmeester.
Naast periodieke belangstellingsregistratie en personele planning door het OPCO blijft het mogelijk voor militairen om belangstelling te tonen resp. te solliciteren naar functies via de vacaturebank.
Gelet op de wensen van de OPCO’s stelt Defensie 1 oktober 2014 voor als ingangsdatum voor de beide maatregelen. De periode daaraan voorafgaand wordt benut voor een verantwoorde implementatie intern Defensie en communicatie naar het militaire personeel. Defensie zal toezien op een zorgvuldige uitvoering, waarbij er ruimte is om rekening te houden met de operationele behoeftes van de OPCO's. En stelt voor om de centrales tweemaal per jaar te rapporteren over de ervaringen, op basis van een nulmeting.
22 mei 2014
Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid.
De centrales stemmen in met het uitvoeren van de voorstellen uit de brief en willen weten wanneer de voorstellen ingaan. Er komt een halfjaarlijkse rapportage van de ervaringen om na te gaan of de aannames die in de brief worden gedaan ook kloppen. Er moet sturing en druk worden gezet op het benutten van de mogelijkheden van de functieduur en het handelen conform de afspraken. Met reeds bestaande afspraken over de verlenging zal pragmatisch worden omgegaan.
7 mei 2014
Brief van Defensie over quick wins FPS.
Voor het loslaten van de sollicitatieplicht voor de onderbouw stelt Defensie randvoorwaarden voor. :
- De militair in de onderbouw wordt periodiek in de gelegenheid gesteld zijn belangstelling voor vervolgfuncties te registreren. Hij kan daarbij meerdere voorkeuren aangeven. Ook kan hij zijn voorkeur voor een bepaalde eenheid of regio aangeven. Desgewenst kan de militair tussentijds zijn voorkeuren wijzigen;
- Er is geen sprake van vaste loopbaanpatronen, tenzij een bepaalde ervaringsopbouw dit in specifieke gevallen vereist;
- Het militaire personeel krijgt voorafgaand aan de periodieke belangstellingsregistratie voorlichting over de belangstellingsregistratie en over mogelijke vervolgstappen binnen en buiten de eenheid, elders binnen het OPCO en defensiebreed;
- De militair krijgt op zijn verzoek individuele begeleiding en ondersteuning bij het bepalen van zijn voorkeuren;
- De militair kan een extra loopbaangesprek aanvragen (met daaraan gekoppeld een Persoonlijk Ontwikkelplan, POP) met zijn loopbaanbegeleider. Dit zou vooral aan de orde kunnen zijn wanneer de militair een stap buiten de gebruikelijke loopbaanpaden overweegt;
- Bij het toewijzen van functies gelden de criteria zoals die zijn vastgelegd in artikel 17, 19 en 20 AMAR;
- De militair wordt geïnformeerd over de reden(en) waarom hij een functie wel of niet krijgt toegewezen;
- De balans tussen de belangen van de organisatie en die van het individu wordt steeds bewaakt.
22 april 2014
Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid. Volgens de voorzitter is het oogmerk van de Commandantenbrief (dat men drie jaar heeft om iedereen gelijke kansen te bieden) niet meer aan de orde. Dit gezien de voortgang van de reorganisaties. Hij is bereid dit schriftelijk te bevestigen. De centrales hebben begrip voor het voorstel over de sollicitatieplicht, maar uiten hun zorgen over de begeleiding, loopbanen en nieuwe functie. Zij willen daarvoor een oplossing. Beide voorstellen zullen dus weer terugkomen in het overleg.
16 april 2014
Namens de Minister schrijft het Hoofd Arbeidsvoorwaarden (in een reactie op de brief van de ACOP van 23 december 2013) dat de komende periode gebruikt moet worden om de FPS-instrumenten in algemene zin nog eens tegen het licht te houden en daar waar nodig te verbeteren.
Niet alle noodzakelijke verbeteringen kunnen op korte termijn doorgevoerd worden. Toch ziet hij diverse aanknopingspunten om een aantal verbeteringen op zeer korte termijn door te voeren:
verlenging van de maximale functieduur en
het loslaten van de sollicitatieplicht voor de onderbouw
1 april 2014
Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid. Hierin wordt voorgesteld om een evaluatie FPS uit te voeren waarbij in ieder geval twee als ‘quick wins’ bestempelde onderwerpen aan de orde moeten komen. Deze onderwerpen zijn: 1. het loslaten van de functieduur en 2. het loslaten van de sollicitatieplicht in de onderbouw. Het gaat om de onderbouw fase I en fase II, behoudens specifieke gevallen. Dit betreft de militairen tot en met de rang van sergeant I (bij de marine sergeant) en voor de overigen tot en met de rang luitenant, kapitein en wachtmeester.
23 december 2013
Uit de evaluatie loopbaanbeleid KMar (dit beleid is mei 2010 van start gegaan) blijkt dat het met het draagvlak voor het gevoerde loopbaanbeleid slecht gesteld is. Dat komt niet doordat de kennis over de beschikbare instrumenten ontbreekt of door onwil bij de medewerkers om meer regie over de eigen loopbaan te voeren. Maar in de praktijk blijkt dat het nieuwe loopbaanbeleid alleen maar onrust en onzekerheid met zich meebrengt en dat het voeren van een eigen regie onmogelijk is.
De ACOP (de centrale AFMP, MARVER en ABVAKABO) neemt de signalen van de medewerkers zeer serieus. Dit wordt nog verstrekt door het feit dat de ACOP op grote schaal ook van leden bij de andere Defensieonderdelen meldingen ontvangt over de diverse knelpunten:
Gebrek aan loopbaanbegeleiding
Onvoldoende opleidingen/stages
Slecht werkend functietoewijzingsproces
Te korte functieduur
De ACOP wil niet uitsluiten dat deze knelpunten mede veroorzaakt zijn door de enorme reorganisatieslag die de afgelopen tijd bij de andere defensieonderdelen wellicht voor nog meer onrust heeft gezorgd dan bij de KMar. Toch kan de ACOP niet anders concluderen dan dat de balans in de uitvoering van het FPS intussen teveel is doorgeslagen naar het organisatiebelang ten koste van het belang van de medewerkers. Om die balans te herstellen stelt de ACOP in een brief aan de voorzitter van de Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid voor om de komende tijd te gebruiken om FPS-instrumenten eerst grondig te evalueren en waar nodig te verbeteren alvorens het loopbaanbeleid vanuit de pilot naar andere defensieonderdelen uit te breiden. De discussie beperkt zich dus niet tot de KMar.
Dit zegt het AMAR over functieduur militairen:
In artikel 17 lid 2 AMAR is geregeld dat een functie in beginsel aan een militair wordt toegewezen voor minimaal twee en maximaal drie jaar. De duur van de functievervulling kan met instemming van de militair worden verlengd tot een maximum van vijf jaar. Voor specifiek aan te wijzen functiegroepen kan een maximale functievervullingsduur van zeven jaar worden vastgesteld.
2014-07-23_rapportage_def_quick_wins.pdf
2014-07-17_brief_def_afspraken_quick_wins_fps.pdf
2014-06-24_verslag_ap.pdf
2014-05-28_brief_def_vervolg_quick_wins_fps.pdf
2014-05-22_verslag_ap.pdf
2014-05-07_brief_def_quick_wins_fps.pdf
2014-04-22_verslag_ap.pdf
2014-04-16_brief_def_evaluatie_pilot_loopbaanbeleid_kmar_in_relatie_tot_fps.pdf
2014-04-01_verslag_ap.pdf
2013-12-23_brief_acop_evaluatie_pilot_lbk.pdf
2013-04-03_po_bulletin_kmar_fps_fase_3.pdf